Reguliere zorg vorig jaar gedaald met € 2,2 miljard
Volgens het vierde kwartaalbericht 2020 van de ZorgCijferMonitor van het zorginstituut stijgen de totale gemaakte kosten in de Zorgverzekeringswet vorig jaar stabiel met 3,7%. De verwachte coronagerelateerde kosten in het basispakket komen € 245 miljoen lager uit dan de verwachting uit het derde kwartaal van 2020.
Een mogelijk verklaring voor de daling in de kosten is, volgens Zorginstituut Nederland, dat er meer inhaalzorg heeft plaatsgevonden dan gedacht. Inhaalzorg is zorg die tijdens de virusuitbraak is uitgesteld, maar later alsnog wordt geleverd. Daardoor zijn er minder continuïteitsbedragen uitgekeerd aan zorgaanbieders. Dit zijn tegemoetkomingen voor doorlopende kosten van zorginstellingen, die door zorguitval in verband met corona niet worden gedekt.
Paramedische herstelzorg
Tot nu toe hebben ongeveer 23.000 patiënten gebruik gemaakt van paramedische herstelzorg na een coronabesmetting. Sommige patiënten hebben ernstige klachten of beperkingen tijdens hun herstel.
Op advies van het Zorginstituut heeft de minister van Medische Zorg voor deze patiënten een tijdelijke regeling paramedische herstelzorg in het basispakket opgenomen, die kan bestaan uit fysiotherapie, oefentherapie, ergotherapie, diëtiek en logopedie. Een ruime meerderheid (89%) maakt gebruik van fysiotherapie. Gemiddeld krijgt een patiënt 15 fysiotherapeutische behandelingen in twee maanden.
Langdurige zorg
In de langdurige zorg schat het Zorginstituut de extra coronakosten van de eerste golf op € 350 miljoen. Van deze kosten is € 300 miljoen voor zorg in natura en € 50 miljoen voor het persoonsgebonden budget (pgb). De definitieve extra coronakosten worden pas later dit jaar door de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) vastgesteld.