Ziekenhuizen moeten duizenden operaties inhalen
Het totaalaantal operaties dat minder is gedaan in de ziekenhuizen sinds maart 2020 becijfert de NZa op 340.000 tot 380.000. Dit betekent dat 40-50% van de zorg die minder is gedaan niet hoeft te worden ingehaald.
Dat komt, volgens de zorgautoriteit, bijvoorbeeld doordat tijdens de lockdowns sprake was van minder letsel, zoals botbreuken en sportblessures, en minder infecties van de bovenste luchtwegen en middenoor.
De vijf operaties die in aantallen het meest moeten worden ingehaald zijn: staar- en nastaaroperaties (18% van de totaal geschatte inhaalzorgvraag), heup- en knievervanging (9%), liesbreuken en andere buikwandbreuken (7%), operaties bij spataderen (3%) en operaties bij vrouwen met incontinentieklachten of een verzakking (3%).
Verder blijkt uit de analyse van de NZa dat in de zomerperiode de coronadruk in ziekenhuizen is blijven bestaan. De vierde golf en de huidige stabilisatie van het aantal coronapatiënten op de intensive cares en in klinieken leidt ertoe dat er nog altijd sprake is van druk op de (kritiek) planbare zorg.
Huisartsen
Volgens de berekeningen is sinds april 2021 het aantal verwijzingen terug op het niveau van vóór de pandemie. Huisartsen spannen zich tot het uiterste in om, ondanks tekorten in personele bezetting, patiënten zo goed mogelijk te helpen en indien nodig door te verwijzen, aldus de NZa, die ook constateert dat huisartsen steeds vaker doorverwijzen naar zelfstandige behandelcentra.
De wachttijden in juli voor medisch-specialistische zorg waren redelijk stabiel, wel ziet de zorgautoriteit een opvallende stijging voor poliklinische wachttijden. Mogelijke knelpunten zitten met name bij behandelingen met lange wachttijden en die door corona veel zijn uitgesteld, zoals knie- en heupvervanging en stressincontinentie.