‘Openbare apotheek prima geschikt voor DNA-onderzoek’
‘Persoonlijk advies met hulp van PGx-testen’
De 144 patiënten die aan de studie meededen gebruikten allemaal de P2Y12-remmers prasugrel of ticagrelor. Met point-of-care (POC)-PGx-testen in de openbare apotheek werd gekeken of zij konden worden overgezet op het veiligere en doelmatigere clopidogrel. “Dit bleek bij 95 van de 144 deelnemende patiënten mogelijk”, zegt poliklinisch apotheker en promovendus van het LUMC Amar Levens, die het onderzoek uitvoerde in samenwerking met het Leids Academisch Netwerk van Apothekers. 27 openbare apotheken namen deel; de gemiddelde tijd van pre test-counseling tot PGx-testresultaat was ongeveer 75 minuten. Maar liefst 142 van de 144 patiënten zijn succesvol gegenotypeerd in de openbare apotheek. “Dit laat zien dat op maat gemaakte antiplaatjestherapie op basis van CYP2C19-farmacogenetische (PGx)-testen cardiovasculaire uitkomsten kan verbeteren en mogelijk de zorgkosten kan verlagen bij patiënten die een P2Y12-remmerregime met prasugrel of ticagrelor volgen”, aldus Levens.
De uitkomsten van de studie zijn in de vorm van een advies doorgegeven aan cardiologen die volgens Levens uiteindelijk het behandelplan bepalen. “Wij wilden uitzoeken of dit soort DNA-onderzoek ook in de openbare apotheek kon worden uitgevoerd”, zegt Levens. Nu gebeurt dit alleen nog in ziekenhuizen en speciale laboratoria.
“We hebben aangetoond dat voor de P2Y12-remmers apothekers met behulp van PGx-testen heel gericht advies kunnen geven. Ik verwacht daarom dat we in de toekomst steeds vaker DNA-onderzoek kunnen gebruiken om patiënten persoonlijk te adviseren over hun medicijngebruik”, aldus Levens.
Medicatie op maat
De openbaar apothekers die aan zijn onderzoek meededen, zijn zeer enthousiast over hun toekomstige rol bij de inzet van farmacogenetica. “Nu gebeurt DNA-onderzoek vaak achteraf als een middel niet blijkt te werken of veel bijwerkingen geeft”, zegt Chantal van Uem van Apotheek Kalsdonk in Roosendaal. “Maar hoe mooi zou het zijn als we van te voren de genetische informatie al in kaart hebben gebracht? Dan weten we of iemand wel of geen baat heeft bij een geneesmiddel en krijgt iedere patiënt medicatie op maat.”
Roland Wybrands van BENU Apotheek Kerk en Zanen beaamt dit. “Een (POC) PGx-test voorziet duidelijk in een behoefte, zeker als die laagdrempelig beschikbaar is bij de apotheek om de hoek.”
Sanne Appelman van Samenwerkende Apotheken Rijn en Gouwe zou het “ideaal” vinden, als iedereen straks een farmacogenetisch paspoort heeft. “Dan kunnen we voor een groot aantal medicijnen vooraf per patiënt bepalen welke dosering de juiste is met zo min mogelijk bijwerkingen.”
De impact van farmacogenetica wordt steeds groter, meent Jesse Swen. “En niet alleen voor de combinatie van één gen en één geneesmiddel. De resultaten van de Europese PREPARE-studie, die het effect van een PGx-profiel op het optreden van ernstige bijwerkingen onderzocht bij bijna zevenduizend patiënten, zullen de toepassing van een compleet PGx-profiel in een stroomversnelling brengen.”