NHG ontraadt cortico-neusspray bij reukverlies na COVID

Systemisch gebruik van corticosteroïden wordt ook ontraden bij langdurig reukverlies. Het is onduidelijk of deze middelen de reukfunctie verbeteren bij COVID-19-patiënten. Een reuktraining helpt mogelijk in het herstelproces en is te overwegen. Deze moet de patiënt twee keer per dag uitvoeren gedurende ten minste drie tot zes maanden.

Corticosteroïden hebben ook geen plaats in de behandeling van andere langdurige COVID-klachten. Hetzelfde geldt voor inhalatiemedicatie, antitrombotica en vitamines. Van al deze middelen is niet aangetoond dat ze het herstel bevorderen.

Langdurige vermoeidheid

Ongeveer de helft van de COVID-patiënten heeft na drie maanden nog steeds klachten. Het NHG spreekt van langdurige klachten als deze na de acute infectie vier weken of langer aanwezig zijn. Dit wordt ook wel ‘long-COVID’ of ‘post-COVID-syndrome’ genoemd. Langdurige vermoeidheid komt het meest voor. Andere veelvoorkomende klachten zijn verminderde inspanningsintolerantie, spierzwakte, dyspneu en cognitieve klachten.

Reukverlies komt tijdens de acute fase vaak voor, maar een groot deel van de patiënten herstelt hiervan. Ongeveer 6-8% heeft na een maand nog steeds last van reukverlies. Ook kunnen patiënten last hebben van andere reuk- en smaakstoornissen, zoals een veranderde reuk of smaak of het ervaren van gewone luchtjes als vies of naar.

De NHG-Standaard Langdurige klachten na COVID-19 maakt onderdeel uit van de gelijknamige multidisciplinaire richtlijn (MDR). De laatstgenoemde richtlijn is ontwikkeld op initiatief van het NHG, de Federatie Medisch Specialisten en Long Alliantie Nederland (LAN).