Meer kennis nodig over e-health voor effectief gebruik
Met name videobellen is enorm toegenomen: in 2021 had de helft van de artsen en verpleegkundigen via videobellen contact met patiënten of naasten. In 2019 kwam dit nog nauwelijks voor, zo blijkt uit de ‘E-healthmonitor 2021’, een RIVM-onderzoek dat inzicht geeft in het huidige aanbod en gebruik van digitale zorg. Ook is gevraagd aan zorgmedewerkers en zorggebruikers hoe zij denken over e-health.
Uit de monitor blijkt verder dat meer zorgorganisaties een patiëntenportaal aanbieden, een app of een website waarin patiënten medische gegevens kunnen inzien. Bij huisartsen steeg dit percentage van 42% in 2019 naar 79% in 2021.
Het gebruik van e-health door zorgmedewerkers groeit, maar bij patiënten gaat het nog niet zo hard. Onderzoekers zien dat ook bij telemonitoring, meten op afstand van bijvoorbeeld bloeddruk. Ongeveer de helft van de huisartsen maakt hier gebruik van, het overgrote deel van hun patiënten niet.
Financiering
Bij vergrijzing en stijgende personeelskosten kan digitale zorg voor verlichting zorgen, maar daarvoor moet nog veel gebeuren, concludeert het RIVM. Zo is het voor zorgmedewerkers en patiënten nog altijd niet duidelijk hoe digitale zorg het beste kan worden ingezet. Digitale zorg is niet iets ‘voor erbij’, zoals nu wordt ervaren, maar moet een vast onderdeel zijn van de zorg.
Volgens de onderzoekers kan een andere financiering veel bijdragen aan de inzet van e-health. Ook moet de kennis bij zorgmedewerkers en zorggebruikers omhoog, en digitale zorg moet beter toegankelijk en meer gebruiksvriendelijk worden.
Het RIVM deed dit onderzoek samen met Nivel en National eHealth Living Lab. Resultaten van een RIVM-onderzoek naar de impact van de coronacrisis op het gebruik van e-health volgen later dit jaar.