Effectieve astmabehandeling bij zwangerschap continueren
Als door medicatie een goede astmacontrole is bereikt, kan de behandeling worden doorgezet, geeft de richtlijn aan. Een goede astmacontrole is veiliger en geeft minder complicaties dan het accepteren van astmasymptomen en exacerbaties. Onbehandeld astma blijkt namelijk een negatieve invloed te hebben op het ongeboren kind.
Onder meer kortwerkende β2-sympathicomimetica (SABA) en langwerkende β2-sympathicomimetica (LABA) zijn door de werkgroep aangemerkt als veilige behandelingen. Bij het behandelen met LABA wordt de voorkeur gegeven aan formoterol en salmeterol, omdat hiermee de meeste ervaring is opgedaan. Ook adviseert de werkgroep inhalatiecorticosteroïden (ICS) te continueren. Hierbij wordt de voorkeur gegeven aan budesonide, beclomethason en fluticason, maar de vrouw kan ook andere ICS doorgebruiken als de behandeling goed aanslaat.
Van de parasympathicolytica noemt de richtlijn ipratropium en tiotropium als optie, al hebben ICS aangevuld met SABA en/of LABA de voorkeur. Handhaven van deze middelen is te overwegen, als een vrouw met moeilijk behandelbaar of ernstig astma hierop al stabiel is ingesteld.
Met het toepassen van de leukotriëenantagonist montelukast is voorzichtigheid geboden. Dit middel geeft mogelijk een hoger risico op congenitale malformaties. Geadviseerd wordt montelukast alleen toe te passen als zonder dit middel geen goede astmacontrole kan worden bereikt.
Rol apotheker
Verder geeft de richtlijn aan alert te zijn op overmatig SABA-gebruik. Dit kan erop wijzen dat de astma niet onder controle is, bijvoorbeeld door ondergebruik van onderhoudsmedicatie uit angst voor bijwerkingen bij het ongeboren kind. Het is daarom belangrijk SABA-gebruik te monitoren en zo onvoldoende astmacontrole tijdig te signaleren en te behandelen.
In de richtlijn wordt de rol van apothekers expliciet genoemd. Zij worden geadviseerd vrouwen in de vruchtbare fase voor te lichten over het belang van medicatietrouw en goede astmacontrole bij zwangerschap of een zwangerschapswens. Het stoppen van inhalatiemedicatie en anticonceptie kan aanleiding zijn om het gesprek aan te gaan.
Ongeveer tienduizend zwangere vrouwen hebben per jaar te maken met astma. Het is hiermee de meest voorkomende chronische longaandoening tijdens de zwangerschap. Bij ruim een derde van de vrouwen met astma die zwanger worden treedt verslechtering van de astmacontrole op.
De richtlijn Astma en zwangerschap is opgesteld op initiatief van de Nederlandse Vereniging van Artsen voor Longziekten en Tuberculose (NVALT). Hiervoor is samengewerkt met vertegenwoordigers vanuit de apothekers, gynaecologen, verloskundigen, huisartsen, verpleegkundigen en patiëntvertegenwoordigers.