Grote verschillen in voorschrijven opioïden ziekenhuizen
De verschillen in aspecten als voorschrijven en behandelduur tussen de deelnemende ziekenhuizen laat zien dat er forse winst te behalen valt in het verantwoorder voorschrijven van opioïde pijnstillers in ziekenhuizen, schrijft het IVM in het rapport Monitor Opioïden tweede lijn 2019-2021.
Tussen 2019 en 2022 schreven de artsen in de vijftien deelnemende ziekenhuizen tijdens bijna een miljoen behandelingen pijnstillers voor. Aan 52% van de patiënten schreven ze opioïden voor, meestal naast andere pijnstillers, zoals paracetamol of niet-steroïdale anti-inflammatoire middelen (NSAID’s).
Verder blijkt uit het onderzoek dat vooral patiënten die een operatieve ingreep ondergingen opioïden kregen voorgeschreven. De snijdende specialismen heelkunde en orthopedie zijn dan ook de specialismen die het vaakst opioïden voorschreven.
Ontslagrecepten
Gemiddeld werd bij operatieve klinische trajecten bij 26% van de ziekenhuisopnames een ontslagrecept voor opioïden voorgeschreven. Bij niet-operatieve klinische trajecten was dit 14%. De duur van de ontslagrecepten varieerde tussen ziekenhuizen, maar de meeste voorschriften waren voor minder dan zeven dagen. Dit is in lijn met aanbevelingen in richtlijnen om opioïden terughoudend en vooral kortdurend voor te schrijven.
Naast de aanzienlijke verschillen tussen de percentages van patiënten met een voorschrift voor opioïden voor buiten het ziekenhuis ((20 tot 72%) varieerde ook de duur van de ontslagrecepten sterk. Van de recepten waarvoor een gebruiksduur kon worden vastgesteld had gemiddeld 78% een gebruiksduur korter dan een week. Dit percentage varieerde tussen 40 en 98%.
Grote verschillen
Bij de diagnose ontsteking van keel- of neusamandelen schommelden de percentages van patiënten die een opioïd kregen voorgeschreven tussen 12 en 93%. Verschillen in leeftijd of in zorgproduct konden deze verschillen niet volledig verklaren.
Volgens het IVM zijn de verschillen tussen ziekenhuizen groter dan verwacht. Het wijst er volgens het instituut op dat artsen in sommige ziekenhuizen terughoudender kunnen en zouden moeten zijn met het voorschrijven, zonder dat dit tot meer pijn leidt bij de patiënten.
Sinds vorig jaar is er een generieke richtlijnmodule Gepast opioïdengebruik, die in de praktijk moet worden toegepast, aldus het IVM. Ook moet het voorschrijven van opioïden – ook in de ziekenhuizen – worden gemonitord.
Project
Het rapport Monitor Opioïden tweede lijn 2019-2021 maakt deel uit van het project Monitor Opioïden tweede lijn, dat werd gefinancierd door het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Naast de publicatie van het rapport bestond het traject uit een dashboard voor en twee spiegelbijeenkomsten met de deelnemende ziekenhuizen.