NHG ontraadt PPI's bij baby’s met refluxziekte

Hiermee sluit het NHG zich niet aan bij het advies van de Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde (NVK). Volgens de NVK-richtlijn GORZ bij kinderen van 0-18 jaar is een proefbehandeling met protonpompremmers (PPI’s) gedurende vier tot acht weken te overwegen als niet-medicamenteuze opties onvoldoende hebben gewerkt. Overigens is de NVK net als het NHG van mening dat artsen PPI’s niet moeten voorschrijven bij gezonde zuigelingen met alleen refluxklachten.

Ook ranitidine en andere H2-antagonisten hebben in de NHG-Standaard geen plaats gekregen. Er is weinig onderzoek bij jonge kinderen, is de analyse van de werkgroep. De NVK deelt deze mening, maar geeft op basis van expert opinion aan dat H2-antagonisten als tweede keus te overwegen zijn als PPI’s zijn gecontra-indiceerd.

Volumereflux
Gastro-oesofageale reflux (GOR) komt voor bij ongeveer de helft van de pasgeborenen. Het verdwijnt meestal in de eerste levensmaanden. GOR kan gepaard gaan met regurgitatie (terugvloed in de mond) en spugen, vaak als volumereflux door te veel voeding en minder vaak als zure reflux. Er is sprake van gastro-oesofageale refluxziekte (GORZ) als naast GOR ook de gewichtstoename achterblijft, de groei vertraagd is of het kind voedsel weigert.

Er zijn verschillende niet-medicamenteuze manieren om de klachten bij GORZ te verlichten. Ouders zouden overvoeding moeten vermijden en kunnen de baby vaker kleinere hoeveelheden voeding of voeding verdikt met bijvoorbeeld johannesbroodpitmeel geven.