Afbouwen bloeddrukverlagende middelen afgeraden bij dementie
Veel ouderen gebruiken al lange tijd bloeddrukverlagende geneesmiddelen om de kans op hart- en vaatziekten te verlagen. Maar als de gezondheid van ouderen achteruitgaat, kan de balans tussen voor- en nadelen van deze middelen veranderen, stellen de onderzoekers van het LUMC Centrum voor Ouderengeneeskunde, die zich afvroegen of het stapsgewijs afbouwen van bloeddrukverlagende middelen leidt tot minder onbegrepen gedrag, zoals agressie en apathie, en tot een betere kwaliteit van leven.
Uit observaties wisten de onderzoekers dat kwetsbare ouderen die bloeddrukverlagende medicijnen gebruiken, duizeligheid en valneigingen hebben, mogelijk doordat het lichaam door een te lage bloeddruk niet genoeg zuurstof krijgt.
Ook vertonen ouderen met dementie neuropsychiatrische symptomen, zoals agressie en apathie, mogelijk doordat de hersenen anders gaan werken door een te lage bloeddruk. De belangrijkste onderzoeksvraag was of deze klachten een direct gevolg zijn van bloeddrukverlagende middelen, of dat sprake is van andere effecten.
Deelnemers aan het onderzoek, dat liep vanaf 2018, waren 205 ouderen met dementie, opgenomen in een verpleeghuis. De onderzoekers verdeelden hen in twee groepen: een afbouwgroep, waarvan de deelnemers bloeddrukverlagende middelen langzaam afbouwden, en de controlegroep die de middelen bleef gebruiken.
Ernstig ongewenst effect
Van de deelnemers bereikten 177 uiteindelijk het belangrijkste meetmoment na vier maanden. Van de ouderen in de afbouwgroep was, zoals verwacht, de bloeddruk duidelijk gestegen. Van een verschil op het gebied van onbegrepen gedrag of kwaliteit van leven was, volgens de onderzoekers, tussen beide groepen geen sprake. Wel bleek de afbouwgroep in de onderzocht periode een hoger risico te hebben op een ‘ernstig ongewenst effect’, zoals vallen of overlijden.
Omdat er duidelijke nadelen zijn zonder voordelen is dit volgens de onderzoekers een reden om het routinematig afbouwen van de bloeddrukverlagende middelen bij ouderen met dementie af te raden.
Vanwege het veiligheidsrisico en omdat de deelnemers geen voordeel ondervonden van het afbouwen, adviseerde een onafhankelijke veiligheidscommissie in mei 2021 om geen nieuwe deelnemers meer te laten starten in deze studie.
Evenwicht in lichaam
Wat precies de oorzaak is van de negatieve effecten van het afbouwen, weten de onderzoekers niet, maar ze denken dat het te maken heeft met het evenwicht in het lichaam, dat zo kwetsbaar is dat het zich niet kan aanpassen aan de verandering in de medicatie.
Met de resultaten van deze studie hopen de onderzoekers bij te dragen aan het ontwikkelden van passende medische zorg voor ouderen. Vaak wordt gedacht dat het goed is om te stoppen met preventieve medicatie als ouderen meer kwetsbaar worden, maar deze uitkomsten laten zien dat dat niet altijd zo is.
Volgens de onderzoekers kunnen zorgverleners, ouderen en familieleden zich op dit onderzoek baseren, als het gaat om het wel of niet routinematig stopzetten van bloeddrukverlagende geneesmiddelen.
Thuiswonende ouderen
De studie naar het afbouwen van bloeddrukverlagende medicatie bij ouderen met dementie in een verpleeghuis bouwde voort op een eerdere studie van het LUMC naar het stoppen met bloeddrukverlagende middelen bij thuiswonende 75-plussers met een milde cognitieve achteruitgang, zoals geheugenverlies en concentratieproblemen. Die groep bleek geen nadelen, maar ook geen voordelen van het afbouwen van de bloeddrukverlagende middelen te hebben.