Ga naar inhoud. | Ga naar navigatie

Persoonlijke hulpmiddelen

Navigatie

Continueer protonpompremmer bij gastro-oesofageale refluxziekte

22-10-2024
Artsen kunnen een chronische behandeling met protonpompremmer continueren bij gastro-oesofageale refluxziekte (GORZ). Daarbij is het van belang deze middelen voor de juiste patiëntengroep in te zetten. Dit adviseert de Nederlandse Vereniging van Maag-Darm-Leverartsen in de herziene richtlijn Gastro-oesofageale refluxziekte.
Continueer protonpompremmer bij gastro-oesofageale refluxziekte

Protonpompremmers (PPI’s) zijn effectieve middelen bij GORZ en patiënten met deze maagaandoening gebruiken deze middelen vaak chronisch. Volgens de richtlijn wegen de voordelen van het chronisch PPI-gebruik op tegen de potentiële nadelen.

Veel studies rapporteren over bijwerkingen van PPI’s. Zo is gesuggereerd dat er een associatie is tussen dementie en chronisch PPI-gebruik, maar dit wordt betwijfeld in de richtlijn. Ook is PPI-gebruik niet geassocieerd met de ontwikkeling van maagkanker. Verder is een verhoogd risico op dikke darmkanker in vele populatiestudies niet bevestigd.

Van belang is wel dat behandelaren deze middelen bij de juiste indicatie inzetten. Indicaties voor chronisch PPI-gebruik bij refluxziekte zijn onder meer ernstige refluxoesofagitis (graad C of D), slokdarmulcus, slokdarmaandoening Barrettoesofagus en bij een voorkeur van de patiënt vanwege een gunstig effect op de klachten.

Bij alle overige vormen van refluxziekte is tijdelijk gebruik te overwegen. Gewezen wordt op het belang van leefstijl- en voedingsadviezen na staken.

Hinderlijke symptomen

Bij patiënten met GORZ stroomt maaginhoud terug in de slokdarm wat mucosale letsels en hinderlijke symptomen kan geven. De prevalentie in Nederland wordt geschat op 10-20%. Doordat er meer mensen zijn met obesitas en door een veranderde leefstijl neemt het aantal mensen met GORZ toe. Protonpompremmers verminderen de maagzuursecretie, waardoor patiënten minder klachten hebben.

Document acties

Back to top