Ga naar inhoud. | Ga naar navigatie

Persoonlijke hulpmiddelen

Navigatie

Dalende trend aantal gedeclareerde medicatiebeoordelingen

PW21 - 15-05-2024
Het aantal gedeclareerde medicatiebeoordelingen schommelt in de periode 2017-2022 en vertoont een dalende trend. Apothekers en huisartsen ervaren tijdsgebrek en vinden dat er geen kostendekkende vergoeding is voor een medicatiebeoordeling. Dat schrijft minister Pia Dijkstra van VWS aan de Tweede Kamer.
Dalende trend aantal gedeclareerde medicatiebeoordelingen

In haar brief benadrukt de minister het risico op een incident door onjuist geneesmiddelgebruik bij polyfarmaciepatiënten: ongeveer 34% van alle 65-plussers in Nederland is polyfarmaciepatiënt en gebruikt vijf of meer medicijnen chronisch.

Om het medicijngebruik van deze patiënten te optimaliseren, hebben SIR Institute for Pharmacy Practice and Policy, Nivel en Universiteit Utrecht –  in opdracht van VWS – een uitgebreid onderzoek uitgevoerd naar het medicatiegebruik bij ouderen in de periode van 2017 tot en met 2022. “Dit onderzoek heeft als doel vast te stellen hoe de interventies medicatiebeoordeling, minderen en stoppen en valpreventie bijdragen aan het optimaliseren van het medicijngebruik bij ouderen”, aldus Dijkstra.

Uit het eindrapport blijkt dat in 2018 de meeste medicatiebeoordelingen (130.331) werden gedeclareerd door apothekers en apotheekhoudende huisartsen en in 2021 het kleinste aantal (96.062). In 2022 werden 101.784 medicatiebeoordelingen gedeclareerd en in de periode 2017-2022 in totaal 689.071.

Veruit de meeste medicatiebeoordelingen (circa 85%) werden gedeclareerd bij patiënten met polyfarmacie. Dit percentage was stabiel over de jaren 2017-2022, aldus de onderzoekers.

Personeelsgebrek

Het interpreteren van de dalende trend in het aantal gedeclareerde medicatiebeoordelingen is, volgens de minister, lastig door wisselingen in contractafspraken tussen zorgverzekeraars en zorgverleners, en de coronapandemie.

Een mogelijke verklaring kan zijn dat een deel van de patiënten in voorgaande jaren een medicatiebeoordeling heeft gehad. Verder vindt bij gebruikers van medicatie op rol een medicatie-evaluatie plaats, maar die wordt niet gedeclareerd als een medicatiebeoordeling.

Uit de vragenlijsten en groepsinterviews met zorgverleners kwamen als redenen naar voren dat apothekers en huisartsen tijdsgebrek ervaren, door personeelsgebrek, administratieve lasten en geneesmiddeltekorten.

Kostendekkende vergoeding

Verder vinden apothekers en huisartsen dat er geen kostendekkende vergoeding is voor een medicatiebeoordeling, aldus de bewindsvrouw, die benadrukt dat de vergoedingscondities verschillen per zorgverzekeraar en de medicatiebeoordeling bij een aantal zorgverzekeraars valt binnen het eigen risico. “Het rekening houden met deze factoren maakt het selecteren en uitnodigen van patiënten in de dagelijkse praktijk complex.”

Uit het onderzoek blijkt verder dat apothekers en huisartsen zich willen blijven inzetten voor de medicatiebeoordeling: 90% van de deelnemende openbaar apothekers en 72% van de deelnemende huisartsen geven aan meer medicatiebeoordelingen te willen uitvoeren.

Facultatieve prestaties

Apothekers die meer zorg op maat willen leveren, kunnen vooraf een facultatieve prestatie contracteren bij een zorgverzekeraar, zoals een farmaceutisch consult. Volgens Dijkstra blijkt uit het onderzoek dat het aantal declaraties van facultatieve zorgprestaties op het gebied van medicatie-evaluaties “zeer beperkt” is met enkele duizenden per jaar. “Een belangrijke reden hiervoor is dat facultatieve prestaties beperkt worden gecontracteerd, terwijl uit het onderzoek blijkt dat apothekers wel graag meer van dergelijke medicatie-evaluaties zouden willen uitvoeren.”

Stoppen medicatie

Minderen en stoppen van medicatie vindt met name plaats tijdens medicatiebeoordelingen, of via gerichte screening. Volgens de onderzoekers ervaren huisartsen en apothekers deze interventie als complex, door de energie die nodig is om patiënten te motiveren en door de benodigde afstemming met bijvoorbeeld specialisten in het ziekenhuis.

Tussen 2017 en 2022 registreerden apothekers bij één op de drie medicatiebeoordelingen dat een geneesmiddel was geminderd of gestopt.

Van de huisartsen besteedt 66% structureel aandacht aan valpreventie, waarbij het geneesmiddelgebruik in wisselende mate aandacht krijgt. Apothekers bespreken valpreventie met name tijdens medicatiebeoordelingen; een minderheid van de apothekers organiseert patiëntenavonden of werkgroepen met ander zorgverleners.

Prestatie in basispakket

Patiënten en zorgverleners vinden medicatiebeoordelingen, minderen en stoppen van medicatie en valpreventie belangrijk voor de medicatieveiligheid. Deze vormen van zorg bevorderen de kwaliteit van de farmacotherapie bij ouderen in de eerste lijn, blijkt uit de daling van het aantal farmacotherapiegerelateerde problemen (FTP) en medicatiefouten, concluderen de onderzoekers, die aanbevelen dat ouderen periodiek een vorm van medicatie-evaluatie zouden moeten krijgen. Daarnaast moet er meer ruimte komen om de patiënt beter te kunnen betrekken bij het medicijngebruik.

Ook adviseren de onderzoekers zorgverzekeraars en zorgverleners om langdurige en kostendekkende afspraken te maken voor medicatiebeoordelingen en andere vormen van medicatie-evaluatie. Inzet hierbij zou moeten zijn te komen tot een generieke niet-facultatieve NZa-prestatie in het basispakket. Ook vinden de onderzoekers dat zorgverzekeraars medicatiebeoordelingen buiten het eigen risico moeten laten vallen.

Periodieke evaluatie

Dijkstra geeft ten slotte aan de ontwikkelingen rond de aantallen gedeclareerde medicatiebeoordelingen en facultatieve prestaties te blijven monitoren. “Ook ga ik met de Nederlandse Zorgautoriteit in overleg over de mogelijkheden van medicatie-evaluaties in de bekostiging”, aldus de minister, die benadrukt het belangrijk te vinden dat ouderen die onder de doelgroep vallen voor een medicatiebeoordeling – volgens de multidisciplinaire richtlijn Polyfarmacie bij ouderen – deze ook periodiek krijgen. “Ouderen met polyfarmacie zouden periodiek een andere, passende vorm van medicatie-evaluatie moeten krijgen.”

Document acties

gearchiveerd onder: medicatiebeoordelingen
Back to top