Daling van het aantal visites door huisartsen zet door
De daling in het aantal visites door huisartsen die eerder al is ingezet, lijkt volgens het Nivel aan te houden. Net als in voorgaande jaren is het aantal lange visites hoger dan het aantal korte visites. In 2019, voor de coronapandemie, was dit nog andersom, concludeert het Nivel op basis van gegevens afkomstig van 424 huisartsenpraktijken, met in totaal bijna twee miljoen ingeschreven patiënten.
Driekwart (78,1%) van de ingeschreven patiënten bij een huisarts had in 2023 minimaal één contact met de huisartsenpraktijk. Dit percentage is iets hoger dan in 2022 (77,6%), maar nagenoeg gelijk aan 2019 (78,2%).
Verder blijkt uit de cijfers dat patiënten vorig jaar gemiddeld 5,2 keer contact hadden met de huisartsenpraktijk. Dit is ongeveer gelijk aan het niveau van 2022 en het niveau van voor de coronapandemie.
Urineweginfecties
Ook het aantal acute klachten en aandoeningen die de huisarts registreert, is in 2023 afgenomen (49%) ten opzichte van 2022. Na een toename van het aantal problemen met de luchtwegen in 2022 met 43% is dat vorig jaar sterk afgenomen met 33%. Volgens de onderzoekers heeft dit te maken met een daling van COVID-19 in de huisartsenpraktijk in 2023.
Urineweginfecties was de diagnose die vorig jaar het vaakst werd gesteld in de huisartsenpraktijk. In 2023 zijn per duizend ingeschreven patiënten 156 contacten geweest voor urineweginfecties (2,7% van alle contacten). Hierna werden de meeste contacten gedeclareerd voor essentiële hypertensie zonder orgaanschade (2,4%) en diabetes mellitus (1,8%).
Maagzuurremmers
In de huisartsenpraktijken werden vorig jaar maagzuurremmers het meest voorgeschreven: 14,7% van de ingeschreven patiënten kreeg tenminste één keer dit geneesmiddel. Verder blijkt dat in 2023 nog steeds minder antibiotica werden voorgeschreven dan voor de coronapandemie: het percentage patiënten dat minimaal één antibioticum kreeg voorgeschreven (16,8%) is gestegen ten opzichte van 2022 (16%), maar nog altijd iets lager dan in 2019 (17,2%).
Geneesmiddelen voor hoge bloeddruk werden het meeste voorgeschreven in de leeftijdsgroep van 45 jaar en ouder. Bij 0 tot 17-jarigen staan medicijnen voor eczeem, impetigo en oorontsteking bovenaan, bij 18 tot 44-jarigen anticonceptie- en hooikoortsmiddelen.
Vorig jaar kreeg twee derde van de bij de huisarts ingeschreven patiënten één of meer geneesmiddelvoorschriften (67,3%). Dit is ongeveer gelijk aan 2022 (67,0%) maar nog steeds iets lager dan in 2019 (69,6%).
Medisch-specialisten
Verder blijkt uit de cijfers van Nivel dat door huisartsen per duizend ingeschreven patiënten 316 verwijzingen zijn uitgeschreven voor een medisch-specialist. Dit is volgens de onderzoekers nagenoeg gelijk aan 2022 (317), maar iets hoger ten opzichte van 2019 (306).
Tussen 2022 en 2023 was de grootste stijging in het aantal verwijzingen naar longziekten en psychiatrie. De grootste daling was bij kindergeneeskunde en bij KNO-heelkunde.