Meer ruimte voor antihypertensiva in nieuwe richtlijn CVRM
Volgens de vernieuwde richtlijn zijn antihypertensiva te overwegen indien de systolische bloeddruk ondanks leefstijlmaatregelen bij herhaling 160 tot 180 mmHg blijft. Maar mensen met een systolische bloeddruk tussen de 160 en 180 mmHg hoeven niet standaard acuut met medicatie te starten.
In de vorige versie van richtlijn was er minder ruimte voor het behandelen van een bloeddruk hoger dan 160 mmHg bij mensen met een laag risico op een cardiovasculair event. Dit risico wordt bepaald aan de hand van een risicotabel. Hierin wordt het tienjaarsrisico's op cardiovasculaire mortaliteit en morbiditeit weergegeven. Maar de risico’s op andere aandoeningen worden niet meegenomen in deze tabel.
Andere aandoeningen
Zo neemt bij een hoge bloeddruk het risico toe op een chronische nierziekte. Dit risico stijgt naarmate de bloeddruk hoger is. Ook verdubbelt gemiddeld het risico op de ontwikkeling van hartfalen bij mannen; bij vrouwen is dat risico zelfs verdrievoudigd. Daarnaast hebben mensen met hypertensie meer kans op atriumfibrilleren en retinopathie en is er vooral op middelbare leeftijd een grotere kans op het ontwikkelen van cognitieve stoornissen en dementie. Deze risico’s verlagen door medicamenteuze therapie.
Verder bevat de herziene richtlijn de nieuwe risicotabel SCORE2. Hiermee kunnen behandelaars het risico op fatale en niet-fatale hart- en vaatziekten beter inschatten.