Staken parkinsonmedicatie in palliatieve fase ontraden
Staken wordt ontraden, omdat dit kan leiden tot zeer hinderlijke motorische symptomen. Daarnaast kan het abrupt stoppen ernstige rigiditeit en tremoren tot gevolg hebben. In ernstige gevallen treedt binnen 24 uur na staken het maligne levodopa onttrekkingssyndroom op. Symptomen hierbij zijn een gedaald bewustzijn, extreme rigiditeit, hoge koorts en autonome stoornissen, zoals tachycardie.
Daarnaast adviseert het NHG in de palliatieve fase haloperidol en metoclopramide te vermijden. Voor het behandelen van misselijkheid en braken zijn domperidon, dexamethason en levomepromazine te gebruiken.
Tegen het reutelen worden als medicamenteuze opties scopolamine en scopolaminebutyl aangeraden. Atropine wordt ontraden vanwege de anticholinerge effecten.
Depressie
Ook is het beleid rondom de niet-motorische symptomen van de ziekte van Parkinson geactualiseerd. Bij depressie en een indicatie voor een SSRI worden citalopram, sertraline of andere SSRI's met een korte halfwaardetijd geadviseerd. Vanwege het verhoogde risico op extrapiramidale bijwerkingen geeft het NHG niet de voorkeur aan SSRI’s met een lange halfwaardetijd, zoals fluoxetine.
Bij gebruik van een MAO-B-remmer als parkinsonmedicatie zijn SSRI’s en TCA’s gecontra-indiceerd in verband met de kans op het ontwikkelen van het serotoninesyndroom.