ZiN: vergoeding codeïne alleen voor ernstige en langdurige diarree
Het Zorginstituut concludeert dat codeïne in het Geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS) mag blijven voor patiënten die langer dan veertien dagen aaneen last hebben van ernstige diarree of als de diarree vaak terugkeert. Als deze patiënten onvoldoende geholpen zijn met het medicijn loperamide, kan een behandeling met codeïne verder verergering van hun darmproblemen voorkomen.
De zorgkosten kunnen voor deze patiënten flink oplopen door langdurig gebruik en hoge dosering, daarom oordeelt het Zorginstituut dat codeïne voor patiënten met langdurige en ernstige diarree noodzakelijk te verzekeren zorg is en ook in het basispakket moet blijven.
Kosten
Verder schrijft het Zorginstituut in de brief aan Dijkstra dat de kosten van een kortdurende behandeling dusdanig gering zijn dat ze voor eigen rekening kunnen komen; gemiddeld betaalt een patiënt € 22 per jaar.
Ook is het niet wetenschappelijk aangetoond dat behandeling met codeïne leidt tot verlichting van hoest- of pijnklachten, terwijl een patiënt wel last kan krijgen van bijwerkingen. In de richtlijnen van Nederlandse artsen wordt codeïne ook niet aangeraden voor deze klachten, aldus het Zorginstituut.
Passende zorg
In 2022 werd codeïne vergoed voor bijna 591.000 patiënten. Dat kostte de samenleving ongeveer € 20 miljoen. Als de minister het advies van het Zorginstituut overneemt, komt jaarlijks naar verwachting ongeveer € 11 miljoen vrij voor andere zorg die passend is voor patiënten met andere klachten of aandoeningen.