Aantal meldingen euthanasie steeg vorig jaar met 10%
In 427 meldingen was euthanasie verleend aan een patiënt met een vorm van dementie, en in 219 meldingen kwam het lijden grotendeels voort uit een of meer psychische aandoeningen. Verder ontving de RTE 397 meldingen over patiënten met een stapeling van ouderdomsaandoeningen, en 232 meldingen in de restcategorie ‘andere aandoeningen’.
In zes gevallen is de toetsingscommissie tot het oordeel gekomen dat de arts bij het verlenen van euthanasie niet heeft voldaan aan de zorgvuldigheidseisen. Bij twee van de meldingen gingen het om het – niet op de juiste wijze – raadplegen van een consulent.
Eén melding ging over de grote behoedzaamheid die een arts in acht moet nemen als het euthanasieverzoek grotendeels voortkomt uit lijden dat het gevolg is van een psychische aandoening. In drie andere meldingen was de richtlijn voor het uitvoeren van euthanasie niet gevolg bij een gecompliceerd verlopen uitvoering.
Minderjarig
In 2024 ontving en beoordeelde de RTE één melding van een minderjarige patiënt die euthanasie had gekregen, vanwege ondraaglijk lijden als gevolg van een lichamelijke aandoening.
Vorig jaar zijn er geen meldingen binnengekomen die betrekking hadden op minderjarige patiënten die euthanasie kregen vanwege ondraaglijk lijden als gevolg van een psychische aandoening. Wel zijn twee meldingen in deze categorie beoordeeld die in 2023 waren binnengekomen.
Gedurende het jaar heeft de toetsingscommissie 54 keer een duo-euthanasie beoordeeld.