Impasse duurt voort rond cao apotheekmedewerkers
“We staan schouder aan schouder met ons personeel en vinden ook dat zij meer moeten verdienen”, zegt Karin Beuning van de Werkgeversorganisatie Zelfstandige Openbare Apothekers (WZOA) tegen de NOS. Tegelijkertijd benadrukt de woordvoerder dat de werkgevers het geld niet hebben.
Volgens de werkgeversorganisaties WZOA en de Associatie van Ketenapotheken (ASKA) is de impasse rond de nieuwe cao voor apotheekmedewerkers ontstaan door het falende systeem van de apotheekbekostiging.
Vele duizenden apothekersassistenten en apotheekmedewerkers hebben sinds september vorig jaar actiegevoerd voor een betere cao Apotheken. Na de eerste landelijke staking ooit in de apotheeksector afgelopen november sloten vorige week opnieuw openbare apotheken in het hele land de deuren.
Ondertussen zitten de cao-onderhandelingen tussen werkgevers en bonden nog altijd muurvast. FNV en CNV eisen een loonsverhoging van 6% met terugwerkende kracht vanaf 1 juli 2024, en een minimumloon van € 16 per uur. Daarnaast willen de bonden dat alle gewerkte uren worden uitbetaald. De werkgeversorganisaties Associatie van Ketenapotheken (ASKA) en de WZOA bieden 2% van juli 2024, OVA 2025 4,18% en nacalculatie 2024 van 1,06%.
Lonen verhogen
Omdat de cao-partijen maar niet nader tot elkaar komen, heeft openbaar apotheker Philip Noordholland Reekers van apotheek De Singel in Vlissingen besloten niet langer te wachten: hij heeft vooruitlopend op een nieuwe cao de lonen van zijn personeel alvast zelf verhoogd. “Ik heb het loonbod van 7,24% van de werkgeversorganisaties WZOA en ASKA overgenomen, wat apotheekketen BENU begin december ook heeft gedaan voor zijn medewerkers.”
Goed werkgeverschap en de rust terugbrengen in het apotheekteam, dat zijn twee belangrijke redenen om de lonen te verhogen en niet langer te wachten op een cao-akkoord, stelt Noordholland Reekers, die benadrukt dat deze impasse – “waar houdt dit op” – nog lang kan voortduren. “Als je alles optelt wat FNV en CNV vragen van de werkgevers, inclusief vakantiedagen, is dat totaal zo’n 30%. Dat is natuurlijk niet realistisch, dus ook de bonden moeten meebewegen.”