Interventie leidt tot halvering antibiotica bij urineweginfecties
De richtlijnen adviseren terughoudend te zijn met antibiotica en die alleen voor te schrijven bij klachten die echt bij een urineweginfectie passen. In de praktijk kan het lastig zijn om dit advies op te volgen, omdat een urineweginfectie niet altijd goed wordt herkend, stellen de onderzoekers van de afdeling Ouderengeneeskunde van het Amsterdam UMC en de afdeling Huisartsgeneeskunde & Verplegingswetenschap van het Julius Centrum, onderdeel van het UMC Utrecht.
Het internationale onderzoek, onder leiding van Amsterdam UMC en UMC Utrecht, vond plaats in huisartsenpraktijken, verpleeghuizen, en thuiszorgorganisaties in Nederland, Noorwegen, Zweden en Polen. Op basis van interviews met onder anderen kwetsbare ouderen, verpleegkundigen en artsen begrijpen de onderzoekers nu beter hoe een besluit om antibiotica voor te schrijven voor een urineweginfectie tot stand komt.
Dit besluit blijkt vaak ingewikkeld, omdat er veel mensen bij betrokken zijn. Daarnaast hebben ook andere factoren, zoals de kennis bij zorgverleners over urineweginfecties, de onderlinge communicatie en de organisatie van zorg, invloed op de besluitvorming.
Beslisboom
Op basis van de interviews ontwikkelden de onderzoekers een interventie om de diagnostiek en behandeling van urineweginfecties bij kwetsbare ouderen te verbeteren. Deze interventie, die aansluit bij de huidige richtlijnen, bestaat uit een beslisboom om te helpen in de besluitvorming, ondersteunende hulpmiddelen, scholingen en evaluatiesessies.
Vervolgens hebben de onderzoekers een cluster-gerandomiseerde studie uitgevoerd om de interventie te testen. Na randomisatie kreeg de helft van de deelnemende organisaties de interventie aangeboden, de andere helft paste zorg als gebruikelijk toe.
Uit de resultaten met gegevens van meer dan duizend kwetsbare ouderen, blijkt dat de interventie het aantal antibioticavoorschriften voor vermoede urineweginfecties met de helft vermindert, zonder aanwijzingen voor nadelige effecten, concluderen de onderzoekers, die een vervolgstudie zijn gestart om deze interventie landelijk op te schalen voor gebruik in de dagelijkse praktijk.