Ga naar inhoud. | Ga naar navigatie

Persoonlijke hulpmiddelen

Navigatie

Zwak bewijs voor medicatie bij posttraumatische stressstoornis

17-03-2025
Start een behandeling voor een posttraumatische stressstoornis (PTSS) niet met medicatie. Dit wordt geadviseerd in de herziene richtlijn Posttraumatische stressstoornis van de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie (NVvP). Er is onvoldoende bewijs voor de effectiviteit van farmacotherapie in de behandeling van PTSS.
Zwak bewijs voor medicatie bij posttraumatische stressstoornis

Psychotherapie wordt aanbevolen als eerste keus in de behandeling van een posttraumatische stressstoornis (PTSS). De wetenschappelijke onderbouwing voor de effectiviteit van medicijnen is overwegend zwak.

Farmacotherapie kan wel worden overwogen als een symptoomgerichte aanpak om de intensiteit en frequentie van symptomen te verminderen. Medicatie is vooral in te zetten bij ernstige klachten, bij patiënten die onvoldoende reageren op psychologische interventies of als psychologische behandelingen niet op korte termijn beschikbaar zijn. Zo kunnen angstklachten en depressieve symptomen worden verminderd met SSRI’s. 

Benzodiazepine

Het gebruik van benzodiazepines wordt sterk afgeraden, gezien het risico op afhankelijkheid en de beperkte werkzaamheid bij PTSS-klachten. Ook zijn er aanwijzingen dat deze middelen het risico op het ontwikkelen van PTSS verhogen.

PTSS zijn psychische klachten en problemen die kunnen ontstaan na het meemaken van een zeer ingrijpende gebeurtenis. Behandelaren kunnen hierbij verschillende traumagerichte interventies inzetten.

Document acties

Back to top