Forse toename palliatieve sedatie in tien jaar tijd
Tijdens het onderzoek van VWS, dat tot 2021 loopt, worden artsen, nabestaanden, patiënten en andere betrokkenen bij palliatieve sedatie geïnterviewd om erachter te komen waarom hiertoe is besloten. De onderzoekers komen daarna met adviezen over specifieke richtlijnen. Volgens de minister zijn het vooral huisartsen die vaker palliatieve sedatie toepassen, vooral bij oudere patiënten met kanker.
De NVVE noemt de toename van het aantal palliatieve sedaties niet verrassend. Volgens de vereniging is er de afgelopen jaren meer aandacht gekomen voor het onderwerp en voor het verlichten van pijn op het sterfbed. “Bovendien past het in de trend dat Nederlanders hun levenseinde steeds meer regisseren. Ook het aantal gevallen van euthanasie is sinds 2013 flink gestegen”, aldus de NVVE.
Vorig jaar was er echter een daling in euthanasiegevallen te zien naar meer dan 6100, ruim 450 minder dan in 2017. De oorzaak is niet bekend. Wel zeggen sommige artsen dat ze voorzichtiger zijn geworden nu het Openbaar Ministerie een arts vervolgt die niet aan de zorgvuldigheidseisen voldeed. In het eerste kwartaal van 2019 steeg het aantal gemelde gevallen van euthanasie overigens weer.
Voldoende uitleg
Als een patiënt voor zowel euthanasie als palliatieve sedatie in aanmerking komt (er is prake van ondraaglijk en uitzichtloos lijden, de patiënt heeft een euthanasieverzoek gedaan en nog hoogstens twee weken te leven) moet de arts de keuze voorleggen aan patiënt en diens naasten en goed uitleggen wat het verschil tussen beide handelingen is. Dat laatste gebeurt volgens de NVVE niet altijd. “Als zonder voldoende uitleg palliatieve sedatie wordt ingezet in plaats van euthanasie, leidt dit bij nabestaanden geregeld tot verwarring en onvrede, bijvoorbeeld omdat het overlijden veel langer duurt dan verwacht.”