Ga naar inhoud. | Ga naar navigatie

Persoonlijke hulpmiddelen

Navigatie

'Zorgverzekeraars moeten beleid CDK4/6-remmers staken'

PW10 - 26-02-2025
Alle zorgverzekeraars en Zorgverzekeraars Nederland (ZN) moeten het preferentiebeleid staken voor CDK4/6-remmers bij de palliatieve behandeling van hormoongevoelige borstkanker. Bij het aanwijzen van het voorkeursmedicijn is onzorgvuldig gehandeld en een eerlijke prijsvergelijking ontbreekt. Dat heeft de Rechtbank Gelderland bepaald in kort geding.
'Zorgverzekeraars moeten beleid CDK4/6-remmers staken'

Drie verschillende farmaceutische fabrikanten hebben een orale cycline-afhankelijke kinase 4 en 6 (CDK4/6)-remmer ontwikkeld: ribociclib, abemaciclib en palbociclib. Deze geneesmiddelen zijn in 2017 tot 2019 – in het kader van een pakketadvies – beoordeeld door het Zorginstituut Nederland, dat toen concludeerde dat deze CDK4/6-remmers alle drie voldoen aan de stand van de wetenschap en de praktijk en dat zij een gelijke therapeutische waarde hebben.

Maar sinds deze pakketadviezen van het Zorginstituut zijn diverse wetenschappelijke onderzoeken uitgevoerd, waaruit blijkt dat bij gebruik van twee van de drie CDK4/6-remmers een langere levensduur wordt behaald: ribociclib en abemaciclib. Bij palbociclib komt dat niet zo duidelijk naar voren.

De fabrikant van ribociclib en de zorgverzekeraars zijn het niet eens over de bewijskracht van deze resultaten, aldus de rechter, die concludeert dat alle onderzoeken er in ieder geval toe leiden dat niet langer kan worden volgehouden dat de drie CDK4/6-remmers voldoende gelijkwaardig zijn en dus onderling uitwisselbaar.

Onrechtmatig

Zorgverzekeraars voeren sinds 1 januari 2025 een preferentiebeleid ten gunste van palbociclib, waarmee zij ziekenhuizen stimuleren deze remmer voor te schrijven en niet ribociclib en abemaciclib. Volgens de rechter kan dit beleid ervoor zorgen dat ziekenhuizen alleen het voorkeursmiddel aan hun patiënten kunnen voorschrijven, omdat de andere twee remmers maar voor een deel worden vergoed en voor de ziekenhuizen dus te duur zijn.

In dat geval is dat onrechtmatig tegenover de patiënten – de verzekerden bij de zorgverzekeraars – die recht hebben op verzekerde zorg als zij die nodig hebben, en onrechtmatig tegenover de farmaceutische fabrikanten van de andere CDK4/6-remmers.

Daarnaast oordeelt de rechter dat de zorgverzekeraars onzorgvuldig hebben gehandeld bij het aanwijzen van het voorkeursmiddel omdat een objectieve en eerlijke prijsvergelijking ontbreekt. Dit betekent dat alle zorgverzekeraars en hun brancheorganisatie Zorgverzekeraars Nederland (ZN) het inkoopbeleid moeten staken, aldus de rechter.

Zeer bezorgd

Zorgverzekeraars Nederland meldt op haar website “zeer bezorgd” te zijn over het betaalbaar houden van de zorg na deze uitspraak van de rechter over de inkoopprocedure voor CDK4/6-remmers. Volgens de brancheorganisatie ondermijnt de rechter met dit vonnis de voor zorgverzekeraars wettelijk verankerde cruciale inkooprol, waarmee ze moeten zorgen dat geneesmiddelen toegankelijk en betaalbaar blijven voor iedereen. Door deze uitspraak moeten zorgverzekeraars hogere prijzen vergoeden voor deze medicijnen.

ZN benadrukt dat zorgverzekeraars via hun zogeheten Clean Team hebben onderhandeld met de producenten van de CDK4/6-remmers, waarbij elk van de drie farmaceutische bedrijven een aanbod heeft gedaan. De zorgverzekeraars streefden ernaar om met alle drie de producenten een overeenkomst te sluiten voor een lagere prijs voor zorgaanbieders, maar twee ervan wilden hun prijs niet voldoende verlagen.

De zorgverzekeraars overwegen een hoger beroep, aldus Zorgverzekeraars Nederland.

 

 

Document acties

Back to top