Farmacie ontsluiten voor leken
Emeritus-hoogleraar Arijan Porsius krijgt ere-penning KNMP.
Foto Saskia Aukema
Twee jaar voor zijn officiële pensioen vond hij het mooi geweest. Hij was sinds 1980 hoogleraar farmacotherapie geweest, eerst in Amsterdam en daarna in Utrecht, en de regeling om vervroegd met emeritaat te gaan klonk aanlokkelijk. “Het was een erg leuke periode, maar ik wilde ook nog graag wat anders doen, en meer vrije tijd hebben”, zegt Arijan Porsius (80).
Hij begon met schrijven. Vier boekjes over zijn geboortedorp Ransdorp, ten noorden van Amsterdam – “U kent het natuurlijk niet, maar het is heel mooi” – en een paar boekjes over bridge. “In kleine oplage in eigen beheer uitgegeven.” Voor een groter publiek schreef hij Kijk op medicijnen, een boek over ziektebeelden en bijbehorende medicijnen met gedetailleerde uitleg van de werkingsmechanismen. “Geschreven voor de leek, maar dat is eigenlijk een onaardig woord”, zegt Porsius. “Het is voor mensen die weinig of geen verstand hebben van geneesmiddelen.” Maar ook die groep is lastig te bereiken met een in begrijpelijke taal geschreven handboek, is zijn ervaring. “Mensen vinden informatie over geneesmiddelen vaak lastige kost, wat begrijpelijk is.”
Zichtbaarheid
Eind april begon hij aan een serie artikelen over corona. Ieder stuk bestaat uit zo’n vijf à zes A4’tjes, met veel plaatjes. Inmiddels heeft hij aflevering 22 afgerond. “Ik mail de artikelen aan zo’n veertig familieleden en vrienden en die mailen ze weer door.” Op eenvoudige wijze legt hij uit hoe eiwitten, ons immuunsysteem, cellen, virussen en vaccins werken. “Ik heb hier enorm veel plezier in. Voor mij hoeft corona nog niet te verdwijnen, want ik ben nog niet klaar met m’n serie.”
Als hoogleraar spande hij zich decennia in om de zorgtaken van openbaar apothekers te versterken en hun zichtbaarheid te vergroten, door te benadrukken dat ook zij verantwoordelijk zijn voor de geneesmiddelenkeuze en kwaliteit van de farmacotherapie. Porsius: “Heel belangrijk voor patiënten, maar er is nog veel werk aan de winkel om hen hiervan te doordringen.”