Speciale zorg voor wonden
Zorgverleners in regio Twente introduceren wondbox met protocol.
Rikkert Harink
Dit is gek, of niet logisch, dacht Dorien Bekke van Apotheek Denekamp regelmatig als zij een recept voor wondzorg onder ogen kreeg. “Dan belde je naar de huisarts of je liep even binnen, en dan bleek dat het recept niet overeenkwam met de bedoelde behandeling.” De zorg liep over verschillende schijven (huisarts, doktersassistent, wondverpleegkundige) waardoor herhaaldelijk niet het juiste materiaal (zalf, pleisters, gaas) werd voorgeschreven, onduidelijkheid ontstond en verspilling optrad.
Bekke, die je vanwege haar specifieke interesse gerust kaderapotheker wondzorg mag noemen, kaartte dit vorig jaar april aan in het overleg van de Twentse Apothekers Organisatie (TAO-UA) en vond onmiddellijk gehoor. Er werd contact gelegd met de wondverpleegkundigen en het Wond Expertisecentrum (WEC) en heel veel vergaderingen later was er het wond(bedekker)protocol en de wondbox.
De box bestaat uit vier deelboxjes, zwart/-geel/rood/skintear, gebaseerd op het time-model, een classificatiemodel voor wonden. “De beschrijving van de kleur van de wond en de mate van infectie en vochtigheid worden volgens het protocol vastgelegd middels een code. Bij iedere code hoort een deelbox met de benodigde producten.”
Zoet
Die code komt ook op het recept te staan waarmee de patiënt later bij de apotheek komt. “Zo weet iedereen steeds alles over een behandeling. Via een wonddossier kunnen we monitoren of een patiënt zijn siliconenpleisters bijvoorbeeld goed gebruikt. In het verleden was je vaak aangewezen op de patiënt, die niet veel meer wist te vertellen dan dat de zalf uit een tube kwam en zoet rook.”
De boxen zijn in mei en juni verdeeld over alle tweehonderd huisartsenpraktijken in Twente. De ruim 450 zorgverleners die hiermee gaan werken hebben een online-scholing gehad. De ervaringen tot dusver zijn uitermate positief. “Dat alle disciplines elkaar hebben gevonden en de wondzorg hierdoor is geprofessionaliseerd, mag je gerust een regionale success story noemen.”
Dorien Bekke: ”De patiënt wist meestal alleen te vertellen dat de zalf uit een tube kwam en zoet rook.”