Prediabeet
Wat zenuwachtig liep de heer Hendriks – 54 jaar, fors overgewicht – mijn spreekkamer binnen. Hij kwam vanwege hoesten en lichte koorts.
Nerveus was hij al geworden door die vingerprik bij de apotheek, in het kader van de diabetesweek. De uitslag was 9.1 geweest en hij had het dringende advies gekregen zo snel mogelijk naar de huisarts te gaan. Zopas had de assistent de vingerprik herhaald. De uitslag was 8.4 en ze had iets gezegd over het risico op diabetes.
“Ik schrik me wild”, pufte de heer Hendriks, “straks heb ik er een chronische ziekte bij, zo krijg ik nooit meer een hypotheek! Heb ik nu diabetes of niet?”
Ik relativeerde, vanwege de actuele longproblematiek. En vanwege de vingerprik en het gebruik van een teststrip. Maar ik was ook streng. We hadden al vaker over het gewicht en de leefstijl gesproken. Nu zat hij in de gevarenzone. We maakten een plan voor gewichtsreductie.
Hendriks is nu drie maanden verder en vijf kilo lichter. Hij is gemotiveerd met zijn leefstijl bezig en heeft keurige bloedsuikers.
Prediabeet af?