Krabben en smeren
Het pollenseizoen is weer in aantocht. Wie er vroeg bij is, heeft nu alvast zijn favoriete allergiepil afgehaald bij de apotheek. De eerste recepten van die vroege vogels hebben mijn balie reeds gepasseerd. Tot nu toe waren die overwegend voor pillen, en op een goede tweede en derde plaats voor neussprays en oogdruppels. Pas een heel eind daarachter een recept voor immunotherapie. Als ik dat nog eens goed bekijk, zie ik in mijn zorgregistratie dat ik vorig jaar de betreffende patiënt hierover heb geïnformeerd. Samen met de huisarts hebben we toen naar een geschikte therapie gezocht. Alleen: vorig jaar waren we daarmee te laat. Nu dus niet.
Interessant eigenlijk, hoe die patiënt erin is geslaagd er dit jaar wel op tijd bij te zijn. In ieder geval niet door toedoen van de arts of van mij. Onze systemen zijn onvoldoende uitgerust om dit soort proactieve foefjes uit te halen. Alhoewel, met behulp van actiepunten had ik dit kunnen instellen, maar op de één of andere manier is dat er niet van gekomen.
Zonde, gemiste kans, maar gelukkig is deze patiënt alert. Zijn klachten zijn dan ook dermate overheersend, dat een herhaling van vorig jaar onwenselijk is. Dus aan motivatie geen gebrek.
Een opvallend fenomeen de laatste maanden waren de vele cortico-crèmepjes in combinatie met koelzalf en/of antihistaminica. Het was echter te vroeg voor het pollenseizoen, waarom dan toch die piek in dit segment medicatie? Het was de bittere kou, waardoor vele mensen een extreem droge huid kregen. Ook een soort allergie, niet van pollen maar van ijs. Misschien volgend jaar op inspelen bij naderende vorst?