Verwonderingen
Ik ben op vakantie en blik terug op de afgelopen weken. Een grondige evaluatie en zelfreflectie, opdat ik na mijn vrije dagen weer fris aan de slag kan. Naast de vele wijzigingen in het farmaciebeleid waren er ook andere ontwikkelingen waarbij ik de wenkbrauwen heb gefronst. Ik laat ze de revue passeren in oplopende mate van verwondering.
Het is begonnen bij een mondige patiënt.
Op zich niks mis mee, want die zie ik wel vaker. Maar ik bespeurde een bepaalde tendens die me zorgen baarde. Tijdens de baliegesprekken verraadde de joviale gesprekstoon het achterliggende probleem. Zodra je deze patiënten wees op de mogelijkheden van zelfmanagement en de daarbij behorende verantwoordelijkheden stokte het gesprek. Zij regelden hun zaakjes op hun manier, en dat deden ze altijd zo.
Dat daarmee een geheel nieuwe farmacotherapie was ontstaan, en dat de betrokken behandelaars op het verkeerde been waren gezet, ging compleet aan ze voorbij. Kortom, zelfmanagement is hip in beleidskringen, maar hoeveel patiënten kunnen dat echt aan?
Over de tweede verwondering kan ik kort zijn. Tijdens een presentatie van een zorggroep werd met veel bombarie verteld over fantastische ketenzorgprogramma’s. Toch jammer dat die, na wat doorvragen, uitsluitend over huisartsen-plus-zorg gingen: zo passé.
Dan de eerstelijnszorg en marktwerking. In sommige gevallen nemen zorgverleners dit wel heel erg bijzonder op, door op voorhand geld aan elkaar te vragen voor een bepaalde vorm van samenwerking. We noemen het geen goodwill, maar een bedrag per patiënt. Voor een prettige harmonie zullen we maar zeggen. En dan nog beledigd zijn als je er niet op ingaat …