Onderzoeksfraude
Stel dat 99% van de treinen op tijd rijdt, of dat 99% van de belastingaangiften in één keer goed vastgesteld wordt, dan beweert toch niemand dat er een maatschappelijk probleem is.
Voor de zorg lijken er andere maatstaven te worden gehanteerd. Juist voor kerst zocht de Nederlandse Zorgautoriteit actief de media met berichtgeving over vermeende zorgfraude. En laat ik duidelijk zijn: fraude – waar dan ook – is niet te tolereren. Wie verder leest dan de tendentieuze berichtgeving, concludeert dat het onderzoek van de toezichthouder uitwijst dat het in 99% van de gevallen eigenlijk heel goed gaat.
Best een huzarenstukje met al die complexe, jaarlijks wisselende regels.
Wie verder kijkt, constateert dat de autoriteit haar eigen regels niet kent. Zo stelt men ten onrechte dat een wijziging van de sterkte niet tot een eerste terhandstelling mag leiden. In de media verhaalt de NZa gekscherend van een persoon bij wie op één dag 123 tanden zijn getrokken. De praktijk is anders. In het ‘onderzoek’ zijn gewone en herstelnota’s blind bij elkaar opgeteld. Per saldo zijn drie extracties gedeclareerd. Tja, dan sta je als autoriteit wel even met je mond vol tanden.
Als na kerst een wervingscampagne voor nieuwe fraudeonderzoekers start, lijkt het erop dat de Wet van Behoud van Werkzaamheden hier zijn werk gedaan heeft. Onder het motto ‘Wie controleert de zorgverzekeraar?’ zoekt de toezichthouder twintig nieuwe medewerkers. De vraag blijft alleen: “Wie controleert de toezichthouder?”