Cascade
Zo luidt een van de beginselen in de geriatrie dat ‘Any new symptom in an older adult should be considered a drug side effect until proven otherwise’. Elke nieuwe klacht zou dus eerst beschouwd moeten worden als bijwerking, voordat een nieuw geneesmiddel wordt gestart.
In de praktijk zie ik echter dat deze voorschrijfcascade, mogelijk lang geleden ingezet, niet makkelijk doorbroken wordt. Van de bekende NSAID naar een calciumantagonist in verband met hypertensie, naar een diureticum vanwege oedemen, uiteindelijk naar een cocktail afsluitend met een jichtmiddel.
Of een antipsychoticum, gevolgd door een dopamine-agonist vanwege extrapiramidale verschijnselen, gevolgd door een anti-emeticum bij misselijkheid. Of het starten van een anticholinergicum voor incontinentieklachten bij het gebruik van een cholinesteraseremmer.
Ik kom deze rijtjes regelmatig tegen en ga in gesprek met de patiënt en de arts over de achtergrond van het starten van medicatie. Mogelijk is de cholinesteraseremmer niet meer effectief en zijn de pijnklachten niet meer aanwezig.
Het is lastig te achterhalen of klachten daadwerkelijk veroorzaakt zijn door de medicatie en of er zomaar voor andere middelen gekozen kan worden of dat deze zelfs gestopt kunnen worden. Samen gaan we op zoek naar de beste therapie, passend bij de eventueel overgebleven klacht van de patiënt, om zo de waterval van geneesmiddelen te stoppen.
Omdat geneesmiddelen nooit getest zijn bij ouderen is de volgende stelling ook valide:
"In de geriatrie is alles off-label"