Oordruppels
Uiteraard het begeleidingsgesprek gevoerd: hoe er gedruppeld moest worden, dat hij een paar minuten moest blijven liggen, drie keer en verspreid over de dag toedienen én in de koelkast bewaren.
Al snel kwamen we erachter dat het bijna onmogelijk is om jezelf die druppels toe te dienen. Na een paar keer hadden we dan eindelijk een 95%-trefzekere houding gevonden: hij liggend, ik daarachter en dan heel goed mikken.
Na een paar dagen vroeg ik hem of ook het druppelen op het werk lukte, of de koelkast dichtbij was en wie zijn middagdosis toediende. Hierop beweerde hij dat er geen koelkasten op de afdeling zijn en hij het flesje daarin dus niet kon bewaren. En dat druppelen deed hij zelf, want dat ging hij dus echt niet aan een collega vragen.
Des te belangrijker werd de avonddosis, die hij dan ook erg serieus nam. Lag ik al heerlijk in mijn eerste REM-slaapfase, schudde hij mij plots verschrikt wakker. “Mijn oordruppels! We zijn mijn oordruppels vergeten!”
Het licht floepte onverbiddelijk aan en hij sprong uit bed om beneden het flesje te pakken. Zuchtend en chagrijnig druppelde ik vervolgens, zoals het een goede vrouw betaamt. Daarna wilde ik mij weer lekker omdraaien en mij overgeven aan de heerlijke warme deken en de slaap. Tot ik opeens hoorde: “Wil jij even de oordruppels beneden terugzetten in de koelkast, want ik moet een paar minuten zo blijven liggen …”
Fijn, zo’n therapietrouwe patiënt.