Ode
Goed om extra waardering uit te spreken voor assistenten.
Ze kent bijna iedereen in het dorp: “Dat is de aangetrouwde tante van mijn achterbuurman en daar dan weer een broer van.” Ze is superklantvriendelijk, praat op standje 10 duidelijk ar-ti-cu-le-rend tegen dove Annie van 94 aan de telefoon. Ze werkt hard en baalt van rustige dagen. Ze komt werken, ook met een hoofd vol snot en niesaanvallen want: “Ik voel mij verder niet ziek” (dit was vóór het corona-tijdperk). Ze steunt haar collega’s, geïnteresseerd in wat hen ook buiten het werk bezighoudt. Ze baalt van foutjes die gemaakt worden, want het gaat hier wel om medicijnen. Ze komt ongevraagd maar zeer gewaardeerd extra werken in tijden van nood. Ze vindt het allemaal “best” (= prima) of “goud” (= te gek).
Dit is de Westlandse apothekersassistent. Mijn Westlandse apothekersasisstent. En ja, natuurlijk, er wordt ook geklaagd, een beetje gezeurd en soms geroddeld. Maar waar gebeurt dit niet waar mensen werken? Ik ben blij met mijn team, met ieder z’n eigen unieke kwaliteiten.
Vertel ik het ze vaak genoeg? Ik hoop het. Misschien in deze bizarre tijd waarin een virus ons in de tang heeft en daardoor alles even anders is, goed om nog eens extra je waardering uit te spreken. Dus dames bij deze: ik vind jullie niet “best” maar “goud”!