Zaterdagochtend
Gelukkig kreeg ik een patiënt die een potje Vicks wilde.
De eerste assistent had een uitgebreid recept voor palliatieve zorg, met ampullen en naaldjes; niet bepaald routinewerk. Terwijl de tweede assistent naar mij toekwam met een prednisolon-recept vanuit het ziekenhuis. Hoog starten – 50 mg – en snelle
afbouw in stapjes van 5 mg. De arts had een mooi schema gemaakt met tabletjes van 30 mg en 5 mg. Wij kennen de patiënt en wisten dat het risico van verwisseling erg groot was; etiket lezen was niet “zijn ding”. Dus toch het hele recept omgezet naar tabletten van 5mg, intensieve uitleg, bericht verzenden aan voorschrijver voor verwerking na haar weekend. Kortom, ze waren even bezig.
Ik had gelukkig allemaal afhaalklanten; het recept stond klaar en kon met een uitleg zo worden meegegeven. Een patiënt zei duidelijk hoorbaar: “U werkt wel een stuk sneller.” Beide assistenten wisselden een blik van verstandhouding, hij moest eens weten. Je kunt moeilijk vertellen dat de andere patiënten veel complexer zijn.
Gelukkig kreeg ik daarna een patiënt die, naast zijn medicatie, ook een potje Vicks wilde hebben. Na drie keer voor het handverkooprek heen en weer te hebben gelopen, zei de betreffende patiënt: “U doet dit niet vaak hè?”
Ik meende een onderdrukt gegrinnik te horen.