Niet voor mij
Om kwart voor vijf begon de ellende.
De artsen waren die dag alleen voor spoedgevallen beschikbaar. Geen regulier spreekuur, wat ook in de apotheek te merken was. Het liep de hele dag soepel door, geen lange rijen. Zelf mocht ik, samen met echtgenote, ook in de rij gaan staan; binnen vijf minuten klaar.
In het verleden waren er twee prikdagen, waarvan één op een zaterdag. Dit keer had men besloten het anders aan te pakken. Je kreeg een priktijd op de vijf minuten nauwkeurig en als het écht niet anders kon was er de mogelijkheid om tussen vijf en half zes een prik te halen.
Om kwart voor vijf begon de ellende. Binnen een kwartier waren alle parkeerplaatsen in de wijde omgeving bezet. Het gezondheidscentrum heeft twee ingangen waar lange rijen ontstonden die in elkaar moesten ritsen. De apotheek was volledig onbereikbaar geworden.
“Als het écht niet anders kan”, was blijkbaar op de helft van de bevolking van toepassing. We zien dit ook vaak aan de balie: regels zijn er voor anderen, niet voor mij. Het blijft een vreemd gezicht in coronatijd, lange rijen mensen die elkaar de ruimte niet gunnen. Allemaal mensen met een hoger risico, mét mondkapjes, dat dan weer wel. Ik denk dat de huisartsen het volgend jaar anders aanpakken.