Geur van de dag
Vroeger kon je aan de geur in de apotheek de dag afleiden.
Iedere dag had zo zijn eigen luchtje. Op woensdag rook de hele apotheek naar vis. Geen eigen bereiding, maar weekmarkt in de straat. De visboer stond voor de deur en had de afspraak dat hij bij ons van het toilet gebruik mocht maken. Dat leverde als tegenprestatie regelmatig een bak kibbeling op. Patiënten hadden de gewoonte om eerst de boodschappen – vis bijvoorbeeld – te doen en dan als laatste bij de apotheek langs. Met tassen vol geurtjes.
Die woensdagen stond ook vaak het draaiorgel voor de apotheek. En hoewel we wel wat gewend waren – één van de apothekers was een liefhebber van zeemansliederen en ‘Kleine Greetje uit de polder’ kwam regelmatig langs – toch was een paar uur draaiorgel wat veel.
Dan werd de orgeldraaier een briefje van tien gulden in de handen gestopt met het verzoek honderd meter verderop te gaan staan.
Bij de geur van anijs denk ik nog vaak terug aan de maandagen in de vorige eeuw.