Herexamen 2014 PW 18
Goede antwoord: d.
Roteren houdt in dat de patiënt binnen een lichaamsdeel steeds op een andere plek insuline injecteert. Door van injectieplek te wisselen krijgt de huid de tijd om te herstellen. Aanbevolen wordt minimaal 1 cm naast de vorige injectieplaats te spuiten.
Het wisselen van naald na elke injectie (antwoord b) is ook belangrijk om spuitplekken te voorkomen. Insuline injecteren in de spuitplek (antwoord a) moet absoluut worden vermeden. De afgifte van insuline is op de spuitplek ongelijkmatig. Dit kan leiden tot slechtere regulering van de bloedglucose.
Bron: Pharmaceutisch Weekblad 01-11-2013: ‘Voorkom spuitplekken bij gebruik van insuline, apotheek.nl kan u ondersteunen’.