Ga naar inhoud. | Ga naar navigatie

Persoonlijke hulpmiddelen

Navigatie

Herexamen 2014 PW 45

PW Magazine 45, jaar 2014 - 06-11-2014
U krijgt een recept voor mevrouw K. Zij heeft een uitbehandeld mammacarcinoom en is opgenomen geweest in verband met een diep-veneuze trombose. Er worden zestig stuks nadroparine 15.200 IE/0,8 ml voorgeschreven met als daggebruik eenmaal daags een injectie. Is ingrijpen gewenst? a. Nee, deze behandeling is geïndiceerd. b. Ja, mevrouw moet zo snel mogelijk ingesteld worden op een vitamine K-antagonist (coumarine). c. Ja, mevrouw moet zo snel mogelijk ingesteld worden op een direct werkend oraal anticoagulans (DOAC, coumarine). d. Ja, de nadroparine is nu therapeutisch gedoseerd, mevrouw moet nu worden overgezet op een profylactische onderhoudsdosering.

Goede antwoord: a.

Normaliter worden patiënten met een doorgemaakte trombose na de acute behandeling met heparine omgezet naar een oraal anticoagulans (coumarine). Patiënten met maligniteiten blijken echter vaak moeilijk instelbaar op coumarinen. In direct vergelijkend onderzoek blijken laagmoleculaire heparinen (LMWH) bij deze patiënten bovendien minder recidieve trombosen te veroorzaken.

Een coumarine verdient alleen de voorkeur wanneer er grote bezwaren zijn tegen een LMWH (antwoord b is dus fout). De dosering van de LMWH die daarbij wordt gehanteerd is de therapeutische dosering. De behandeling wordt in het algemeen minstens zes maanden voortgezet (antwoord d is dus fout). Er is weinig bekend over de effectiviteit van DOAC’s bij patiënten met maligniteiten. Vooralsnog komen DOAC’s dus niet in aanmerking (antwoord c is dus fout).


Bron: Akl EA, Kahale L, Barba M et al. Anticoagulation for the long-term treatment of venous thromboembolism in patients with cancer. Cochrane Database Syst Rev. 2014 Jul 8.

Document acties

Back to top