Herexamen 2015 PW 36
Goede antwoorden: b en c.
Oestrogenen worden in geringe mate in de moedermelk uitgescheiden. Tot nu toe zijn geen effecten bij de zuigeling gezien. In diverse onderzoeken, waarbij de sub-50-pil werd vergeleken met de minipil, kwam naar voren dat de sub-50-pil de melkproductie en de samenstelling van de moedermelk negatief kan beïnvloeden.
Daarnaast kan de totale periode van borstvoeding worden verminderd. Dit effect is gering, maar kan van belang zijn bij ondervoeding. Oestrogeenbevattende anticonceptiva kunnen vanaf zes tot acht weken na de bevalling gebruikt worden tijdens de borstvoeding.
Een alternatief voor orale anticonceptie is een intra-uterine device (IUD; koperhoudend of met levonorgestrel) of een condoom. Een anticonceptivum dat uitsluitend progestagenen bevat, zoals Cerazette, kan ook worden gebruikt tijdens de borstvoedingsperiode.
Progestagenen per injectie, oraal of in een spiraal, beïnvloeden de borstvoeding niet. Progestagenen gebruikt voor anticonceptie komen niet of nauwelijks in de moedermelk terecht. In diverse onderzoeken zijn geen nadelige effecten bij de zuigeling gezien. Gebruik in het kader van anticonceptie tijdens borstvoeding is algemeen geaccepteerd. Dit geldt ook voor het levonorgestrelbevattende spiraaltje.
Bron: Contra-indicatie zwangerschap, in Commentaren Medicatiebewaking 2015/2016. 30e jaargang. Stichting Health Base juli 2015, Houten.