Herexamen 2016 PW 37
Een patiënt gebruikt sinds een week naast paracetamol nu ook codeïne tegen pijn. Hij wordt opgenomen vanwege een bemoeilijkte ademhaling en slaapapneu. Naast de genoemde middelen gebruikt de patiënt geen andere medicatie. Wat kan hier aan de hand zijn? Meneer heeft:
-
a. 2 allelen van het CYP2D6-gen die coderen voor disfunctioneel CYP2D6 (hij is een poor metabolizer: PM).
-
b. 2 allelen van het CYP2D6-gen die coderen voor functioneel CYP2D6 (hij is een extensive metabolizer: EM).
-
c. 2 of meer allelen van het CYP2D6-gen die coderen voor functioneel CYP2D6 (hij is een ultrarapid metabolizer: UM).
-
d. 1 allel van het CYP2D6-gen dat codeert voor volledig disfunctioneel CYP2D6 en 1 allel dat codeert voor volledig functioneel CYP2D6 (hij is een intermediate metabolizer: IM).
Toelichting
Het juiste antwoord is: c. 2 of meer allelen van het CYP2D6-gen die coderen voor functioneel CYP2D6 (hij is een ultrarapid metabolizer: UM).
De klachten wijzen op een snelle omzetting van codeïne in morfine door een hoge activiteit van CYP2D6. Variaties in het gen dat codeert voor CYP2D6 kunnen leiden tot een verhoogde, verlaagde of afwezige enzymactiviteit. Op basis van de metabole capaciteit van CYP2D6 wordt de populatie in vier fenotypes opgedeeld:
- poor metabolizer (PM), sterk verlaagde of afwezige metabole capaciteit;
- intermediate metabolizer (IM), verlaagde metabole capaciteit;
- extensive metabolizer (EM), ‘normale’ metabole capaciteit;
- ultrarapid metabolizer (UM), verhoogde metabole capaciteit.
Codeïne wordt door CYP2D6 omgezet in morfine, dat een tweehonderdmaal zo hoge affiniteit heeft voor de µ-opioïdereceptor. Mensen met een normale metabole capaciteit (EM’s) hebben twee actieve allelen, terwijl (UM’s) een genverdubbeling hebben met drie of meer kopieën van het CYP2D6-gen en daardoor een verhoogde CYP2D6-activiteit. De grotere metabole capaciteit bij CYP2D6-UM’s verhoogt de omzetting van codeïne in morfine. Bij bekende CYP2D6-UM’s is codeïne daarom gecontraïndiceerd. CYP2D6-PM’s zullen bij gebruik van codeïne nauwelijks pijnstilling ervaren. De frequentie van de CYP2D6-fenotypes verschilt per etniciteit. Onder Kaukasiërs is 5-10% CYP2D6-PM en circa 5% UM.
Bron: Codeïne CYP2D6 PM-IM-UM. https://kennisbank.knmp.nl/article/farmacogenetica/- 1583-1584-1585.html