Herexamen 2016 PW 38
Met hevige koliekpijn komt een verder gezonde patiënt op het spreekuur. De huisarts vermoedt dat de pijn komt door een niersteen. Ter verlichting van de pijn start hij met:
-
a. paracetamol oraal
-
b. diclofenac intramusculair
-
c. morfine subcutaan
-
d. tamsulosine oraal
Toelichting
Het juiste antwoord is: b. diclofenac intramusculair
Het Nederlands Huisartsen Genootschap geeft de voorkeur aan een intramusculaire injectie met diclofenac om koliekpijn in de acute fase te bestrijden.
Het werkt snel (na ongeveer twintig minuten) en effectief. Werkt de diclofenac-injectie onvoldoende of is een NSAID gecontra-indiceerd dan kan de huisarts subcutaan of intramusculair morfine toedienen. Paracetamol wordt in de NHG-Standaard Urinezuurlijden niet aangeraden omdat koliekpijn zeer heftig is.
Voor gebruik thuis schrijft de huisarts diclofenac of naproxen (oraal of rectaal) voor of morfine als een NSAID is gecontra-indiceerd. Tamsulosine kan de huisarts – off label – gelijk toevoegen om het uitplassen van de niersteen te bevorderen en het aantal pijnaanvallen te verminderen.
Bronnen:
• NHG-Standaard Urinezuurlijden 2015
• Reinders C. NHG: met tamsulosine plast patiënt niersteen eerder uit. Pharm Weekbl 2015;150(18):24-25.