Ga naar inhoud. | Ga naar navigatie

Persoonlijke hulpmiddelen

Navigatie

Herexamen 2016 PW 39

PW39 - 28-09-2016 | door Mieke Mulder

Waarin verschilt spironolacton van de andere diuretica?

  1. a.Spironolacton bindt niet aan de celmembraan, de andere diuretica wel.
  2. b. Spironolacton heeft een veel groter diuretisch effect dan de andere diuretica.
  3. c. Spironolacton is het enige diureticum dat in de lis van Henle aangrijpt.
  4. d. Spironolacton is het enige diureticum dat hyperlipidemie veroorzaakt.
  5. e. Spironolacton veroorzaakt geen hyperkaliëmie, de andere diuretica wel.

Toelichting

Het juiste antwoord is: a.Spironolacton bindt niet aan de celmembraan, de andere diuretica wel.

Spironolacton bindt aan de intracellulaire aldosteronreceptor in de distale verzamelbuizen. Blokkade van deze receptor leidt tot vermindering van Na-kanalen in de principal cells in de verzamelbuizen. Afname van de Na-terugresorptie leidt tot vermindering van kaliumexcretie, en daarmee een risico op hyperkaliëmie. Hyperlipidemie is een bijwerking van thiazidediuretica.

Document acties

gearchiveerd onder: Werkingsmechanisme, Spironolacton
Back to top