Ga naar inhoud. | Ga naar navigatie

Persoonlijke hulpmiddelen

Navigatie

Herexamen 2017 PW 21

PW21/22 - 24-05-2017 | door Sanne van der Heijden, Leidse Master Farmacie

Om een vitamine D-deficiëntie te objectiveren wordt een spiegelbepaling gedaan. Daarnaast wordt deze spiegel gebruikt om de oplaaddosis te berekenen. Welke vorm van vitamine D wordt hiervoor bepaald?

  1. a. 1,25-dihydroxyvitamine D
  2. b. 25-hydroxyvitamine D
  3. c. colecalciferol
  4. d. ergocalciferol

Toelichting

Het juiste antwoord is: b. 25-hydroxyvitamine D

Colecalciferol (vitamine D3) en ergocalciferol (vitamine D2) zijn de namen van respectievelijk de dierlijke en plantaardige bron van vitamine D in voedsel. Colecalciferol en ergocalciferol worden in de lever omgezet naar inactief 25-hydroxyvitamine D. Dit wordt vervolgens opgeslagen in vetweefsel of het wordt omgezet in de nieren en andere weefsels naar de actieve vorm (1,25-hydroxyvitamine D).
Deze actieve vorm heeft een halfwaardetijd van enkele uren, staat niet direct onder invloed van de inname of aanmaak van vitamine D2/D3, en kan ook bij een deficiëntie normaalwaarden geven of zelfs verhoogd zijn. Daarom is een spiegelbepaling van deze vorm niet zinvol (met uitzondering van de bepaling bij zeldzame erfelijke afwijkingen of ernstige nierinsufficiëntie).
Een spiegelbepaling van 25-hydroxyvitamine D is wel zinvol en deze vorm wordt in de praktijk bepaald om een deficiëntie te objectiveren. Het heeft een halfwaardetijd van 10-40 dagen, staat direct onder invloed van de inname of aanmaak van vitamine D2/D3 en geeft informatie over de hoeveelheid opgeslagen vitamine D die de bron is voor de actieve vorm.

Bron: KNMP Kennisbank

Document acties

gearchiveerd onder: Analyse, Dosering, Vitamine D
Back to top