Ga naar inhoud. | Ga naar navigatie

Persoonlijke hulpmiddelen

Navigatie

Herexamen 2017 PW 24

PW24 - 14-06-2017 | door Linda Kok en Pauls Geels, IVM

De huisarts van mevrouw De Wit (35 jaar) stelt bij haar de diagnose diepe veneuze trombose. In gezamenlijk overleg besluiten zij tot behandeling met een direct werkend oraal anticoagulans (DOAC). Mevrouw De Wit voelt er niets voor om de eerste dagen een laag-moleculairgewicht-heparine (LMWH) te gaan gebruiken, omdat zij erg opziet tegen de injecties. Bij welke DOAC’s is het niet noodzakelijk om voorafgaande aan de behandeling te starten met een LMWH?

  1. a. apixaban en rivaroxaban
  2. b. apixaban en dabigatran
  3. c. edoxaban en rivaroxaban
  4. d. dabigatran en edoxaban

Toelichting

Het juiste antwoord is: a. apixaban en rivaroxaban

Bij apixaban en rivaroxaban is het niet noodzakelijk om eerst een LMWH te geven. Het is echter wel noodzakelijk om te beginnen met een (hogere) opstartdosering. Voor apixaban is dit tweemaal daags 10 mg gedurende zeven dagen gevolgd door een dosering van tweemaal daags 5 mg voor de rest van de behandelduur. Voor rivaroxaban is de opstartdosering tweemaal daags 15 mg gedurende 21 dagen, gevolgd door eenmaal daags 20 mg.

Bij dabigatran en edoxaban dient de behandeling voorafgegaan te worden door een LMWH gedurende ten minste vijf dagen. Daarna geldt voor dabigatran een dosering van tweemaal daags 150 mg en voor edoxaban van eenmaal daags 60 mg. De genoemde doseringen gelden voor patiënten bij wie er geen reden is voor dosisaanpassing.

Document acties

Back to top