Ga naar inhoud. | Ga naar navigatie

Persoonlijke hulpmiddelen

Navigatie

Herexamen 2018 PW24

PW24 - 13-06-2018 | door Cindy Reinders, KNMP/PW

De 66-jarige meneer B meldt zich bij de huisarts met ernstige diarree sinds twee dagen. Hij is bekend met hartfalen, een verminderde nierfunctie (eGFR 43 ml/min/1,73 m2) en gebruikt onder meer furosemide en perindopril. Welke tijdelijke medicatiewijziging is nodig?

  1. a. beide middelen stoppen
  2. b. dosering beide middelen halveren
  3. c. furosemide stoppen en perindopril gewoon doorgebruiken
  4. d. furosemide stoppen en dosering perindopril halveren

Toelichting

Het juiste antwoord is: b. dosering beide middelen halveren

Uitdroging door koorts, diarree of braken kan bij patiënten met een verminderde nierfunctie (eGFR < 60 ml/min/1,73 m2) die tevens een RAAS-remmer en/of diureticum gebruiken, leiden tot een acute nier--insufficiëntie en hyperkaliëmie. Tijdelijke aanpassing van de medicatie is dan ook noodzakelijk bij (dreigende) dehydratie.

Volgens de nieuwe NHG-Standaard Chronische Nierschade (april 2018) moet de dosering van een RAAS-remmer tijdelijk worden gehalveerd en moet de patiënt tijdelijk stoppen met een diureticum. Voor patiënten met hartfalen geldt dit laatste niet; zij moeten ook de dosering van het diureticum tijdelijk halveren.

Aangezien meneer B bekend is met hartfalen, moet hij dus de dosering van zowel furosemide als perindopril tijdelijk halveren (antwoord b).

Document acties

gearchiveerd onder: Diarree, Hartfalen, Perindopril, Furosemide
Back to top