Herexamen 2018 PW24
De 66-jarige meneer B meldt zich bij de huisarts met ernstige diarree sinds twee dagen. Hij is bekend met hartfalen, een verminderde nierfunctie (eGFR 43 ml/min/1,73 m2) en gebruikt onder meer furosemide en perindopril. Welke tijdelijke medicatiewijziging is nodig?
-
a. beide middelen stoppen
-
b. dosering beide middelen halveren
-
c. furosemide stoppen en perindopril gewoon doorgebruiken
-
d. furosemide stoppen en dosering perindopril halveren
Toelichting
Het juiste antwoord is: b. dosering beide middelen halveren
Uitdroging door koorts, diarree of braken kan bij patiënten met een verminderde nierfunctie (eGFR < 60 ml/min/1,73 m2) die tevens een RAAS-remmer en/of diureticum gebruiken, leiden tot een acute nier--insufficiëntie en hyperkaliëmie. Tijdelijke aanpassing van de medicatie is dan ook noodzakelijk bij (dreigende) dehydratie.
Volgens de nieuwe NHG-Standaard Chronische Nierschade (april 2018) moet de dosering van een RAAS-remmer tijdelijk worden gehalveerd en moet de patiënt tijdelijk stoppen met een diureticum. Voor patiënten met hartfalen geldt dit laatste niet; zij moeten ook de dosering van het diureticum tijdelijk halveren.
Aangezien meneer B bekend is met hartfalen, moet hij dus de dosering van zowel furosemide als perindopril tijdelijk halveren (antwoord b).