Ga naar inhoud. | Ga naar navigatie

Persoonlijke hulpmiddelen

Navigatie

Herexamen 2019 PW 45

PW45 - 07-11-2019 | door Geurt van den Brink, Universiteit Utrecht

Op een informatiesite over geneesmiddelen wordt over de ssri paroxetine het volgende gemeld: “U kunt wel meteen last hebben van bijwerkingen. Maagdarmklachten en seksuele stoornissen komen het meest voor. Stop dan niet. Deze bijwerkingen worden meestal binnen twee weken minder.” Waarom is deze tekst niet helemaal correct?

  1. De ernst van seksuele bijwerkingen neemt doorgaans niet af bij voortgezet gebruik.
  2. De genoemde bijwerkingen ontwikkelen zich pas na enkele weken gebruik.
  3. SSRI’s worden juist toegepast bij seksuele stoornissen.
  4. Seksuele stoornissen komen maar bij enkele procenten van de gebruikers voor.

Toelichting

Het juiste antwoord is: de ernst van seksuele bijwerkingen neemt doorgaans niet af bij voortgezet gebruik.

ssri’s worden in het algemeen redelijk verdragen. Veel voorkomende bijwerkingen zijn onder meer maagdarmklachten en seksuele stoornissen. Diarree, darmkrampen, buikpijn en misselijkheid komen regelmatig voor als bijwerking van de ssri’s en de snri’s. Deze gastro-intestinale bijwerkingen kunnen zich al enkele uren na de eerste inname voordoen [1]. De ernst van de klachten neemt in de loop van enkele dagen tot weken meestal af [1,2].

Seksuele stoornissen komen voor als bijwerking van ssri’s en snri’s. Het gaat hierbij onder meer om anorgasmie en remming van de ejaculatie. Om dit laatste effect worden ssri’s soms therapeutisch gebruikt, namelijk bij premature ejaculatie. De ssri dapoxetine (Priligy) is uitsluitend voor deze indicatie geregistreerd.

Het vaststellen van de prevalentie van seksuele bijwerkingen wordt door verschillende zaken gecompliceerd. Zo zijn dit typisch klachten die niet snel spontaan zullen worden gemeld. Het gevonden percentage hangt dus af van de wijze van informatie verzamelen.

Ook lastig is dat zaken als verminderd libido bij een aanzienlijk deel van de patiënten met een depressie voorkomt, nog los van de medicatie [3]. In een onderzoek bij patiënten die drie tot zes maanden een ssri of snri gebruikten, werd gevonden dat circa 50% last had van seksuele bijwerkingen [4].

Bij aanhoudend gebruik neemt het aantal patiënten met seksuele klachten weinig af [2,5,6]. Na stoppen van de behandeling verdwijnen de klachten bij de meeste mensen. In een minderheid van de gevallen is er sprake van aanhoudende seksuele stoornissen [7].

Geurt van den Brink, gepensioneerd universitair docent afd. Farmaco-epidemiologie en Klinische Farmacologie, Bètafaculteit, Universiteit Utrecht.

Literatuur:

  1. Landen M, Erlandsson H, Bengtsson F et al. Short onset of action of a serotonin reuptake inhibitor when used to reduce premenstrual irritability. Neuropsychopharmacology 2009; 34: 585 – 592
  2. Uher R, Farmer A, Henigsberg N et al. Adverse reactions to antidepressants. British Journal of Psychiatry 2009; 195, 202–210
  3. Clayton AH, Croft HA, Handiwala L. Antidepressants and sexual dysfunction: mechanisms and clinical implications. Postgrad Med 2014; 126: 91 – 99
  4. Williams VSL, Edin HM, Hogue SL et al. Prevalence and impact of antidepressant-associated sexual dysfunction in three European countries: replication in across-sectional patient survey. J Psychopharmacology 2010; 24: 489 – 496
  5. Clayton AH, Montejo AH. Major depressive disorder, antidepressants, and sexual dysfunction. J Clin Psychiatry 2006; 67 Suppl 6: 33 - 37
  6. Clayton AH, Kornstein S, Prakash A et al. Changes in sexual functioning associated with duloxetine, escitalopram, and placebo in the treatment of patients with major depressive disorder. J Sex Med 2007; 4: 917 – 929
  7. Bala A, Nguyen HMT, Hellstrom WJG. Post-SSRI Sexual Dysfunction: A literature review. Sex Med Rev 2018;6:29 - 34.

Document acties

Back to top