Herexamen 2020 PW 03
Welke bewering over de behandeling van schouderklachten is niet waar?
-
Analgetica kunnen worden voorgeschreven conform de NHG-Standaard Pijn.
-
De NHG-Standaard Schouderklachten beveelt intra-articulaire of subacromiale injectie van triamcinolonacetonide aan. Eventueel kan dit worden gecombineerd met lidocaïne.
-
Een dergelijke injectie is op lange termijn effectiever dan fysiotherapie als het gaat om schouderpijn en schouderfunctie.
-
Indien schouderpijn onvoldoende vermindert met analgetica, kan een corticosteroïdinjectie worden overwogen.
Toelichting
Het juiste antwoord is: een dergelijke injectie is op lange termijn effectiever dan fysiotherapie als het gaat om schouderpijn en schouderfunctie.
De nieuwe nhg-standaard Schouderklachten is in oktober 2019 verschenen. Hierin wordt geadviseerd om zo nodig analgetica (zoals paracetamol of een nsaid) voor te schrijven conform de nhg-standaard Pijn. Indien ondanks analgetica onvoldoende pijnvermindering optreedt, kan worden overwogen om een triamcinolonacetonide-injectie te geven.
Het type schouderklacht bepaalt daarbij de plaats van de injectie. Zo wordt bij subacromiaal pijn-syndroom (ook wel saps) een injectie in de subacromiale ruimte gegeven en bij glenohumerale gewrichtsklachten een intra-articulaire glenohumerale injectie.
Het is echter onzeker of er klinisch relevante verschillen zijn op zowel korte als op lange termijn in schouderpijn, schouderfunctie en complicaties in vergelijking met fysiotherapie.