Ga naar inhoud. | Ga naar navigatie

Persoonlijke hulpmiddelen

Navigatie

Herexamen 2022 PW17

PW17 - 27-04-2022 | door Marga Nijenhuis, wetenschappelijk medewerker GIC/KNMP

Een patiënt heeft een farmacogenetisch paspoort waarop onder meer de volgende uitslagen staan: CYP2D6 *1/*2 (normal metaboliser), CYP2C19 *1/*17 (normal metaboliser), CYP3A4 *1B/*1B (poor metaboliser), CYP3A5 *3/*3 (poor metaboliser). Wat moet je doen om deze genotyperingsuitslagen in de juiste voorspelde fenotypes oftewel farmacogeneticacontra-indicaties te vertalen?

  1. Je hoeft niets te doen, omdat het genotyperingslaboratorium de fenotypes al heeft aangegeven.
  2. Je kunt bij de genotype-fenotypevertalingen de algemene regel volgen dat er sprake is van een intermediate metaboliser (IM) als er sprake is van één allel anders dan *1 of *1A en van een poor metaboliser (PM) als beide allelen geen *1 of *1A zijn.
  3. Je moet de algemene achtergrondteksten van CYP2D6, CYP2C19, CYP3A4 en CYP3A5 op de KNMP Kennisbank opzoeken (zoeken op de naam van het gen) en de hierin aangegeven genotype-fenotypevertaling volgen.
  4. Om iets met farmacogenetica te kunnen doen, moet je eerst een cursus volgen en/of het Kennisdocument Farmacogenetica op de KNMP-site lezen.

Toelichting

Het juiste antwoord is: je moet de algemene achtergrondteksten van CYP2D6, CYP2C19, CYP3A4 en CYP3A5 op de KNMP Kennisbank opzoeken (zoeken op de naam van het gen) en de hierin aangegeven genotype-fenotypevertaling volgen.

Het volgen van een cursus en/of het lezen van het Kennisdocument Farmacogenetica (antwoord a) is zinvol als je je in farmacogenetica wilt verdiepen maar niet nodig en afdoende voor het oplossen van deze vraag en ook niet voor het afhandelen van farmacotherapeutische adviezen. De informatie in de algemene achtergrondteksten is in de regel actueler dan die in een cursus en in het kennisdocument. De afhandelingstekst bevat een concreet advies inclusief de reden hiervoor.

Op de algemene regel (antwoord b) zijn te veel uitzonderingen om deze regel echt te kunnen toepassen. In alle vier de genoemde voorbeelden zou u fout zitten. Zowel CYP2D6 *2 als CYP3A4 *1B hebben een normale activiteit, dus CYP2D6 *1/*2 en CYP3A4 *1B/*1B zijn normal metaboliser (NM). CYP2C19 *17 leidt niet tot een verminderde, maar tot een licht verhoogde activiteit. Door het beperkte effect wordt de heterozygoot (*1/*17) tot de normal metabolisers gerekend. CYP3A5 *3/*3 leidt tot het ontbreken van CYP3A5-activiteit, maar dit is in Nederland het normale genotype (82% van de Kaukasische Nederlanders), waardoor de therapie niet aangepast dient te worden. Omdat poor metabolisers een afwijkende enzymactiviteit suggereert, gebruikt de KNMP de term CYP3A5-non-expressers.

Helaas kunt u er ook niet van uitgaan, dat de genotype-fenotypevertaling van het genotyperingslaboratorium volledig overeenkomt met die van de KNMP (antwoord d). Niet alle Nederlandse genotyperingslaboratoria volgen deze genotype-­fenotypevertaling. De KNMP-genotype-fenotypevertaling van CYP3A4 *1B/*1B en CYP3A5 *3/3 is niet poor metaboliser (zie boven).

Document acties

Back to top