Herexamen 2022 PW3
Welke bloeddrukverlager heeft de voorkeur bij de behandeling van hoge bloeddruk bij patiënten met hartfalen met behouden linkerventrikelejectiefractie (HFpEF)?
-
ACE-remmer
-
Er is geen voorkeur.
-
calciumantagonist (dihydropyridine)
-
selectieve bètablokker
Toelichting
Het juiste antwoord is: er is geen voorkeur.
De NHG-Standaard Hartfalen (2021) adviseert een verhoogde bloeddruk bij patiënten met HFpEF te behandelen volgens de NHG-Standaard Cardiovasculair risicomanagement (2019). Deze standaard geeft geen voorkeur voor een van de middelen. Diuretica, ACE-remmers, angiotensine-II-antagonisten, calciumantagonisten en bètablokkers hebben namelijk een even groot bloeddrukverlagend effect. Bij hartfalen dienen wel de calciumantagonisten met een niet-dihydropyridinestructuur (diltiazem en verapamil) te worden vermeden.
Bron: FTO-module Behandeling van hartfalen (www.ivm.nl)