Ga naar inhoud. | Ga naar navigatie

Persoonlijke hulpmiddelen

Navigatie

Herexamen 2023 PW6

PW6 - 08-02-2023 | door Karin Hagendoorn-Becker, apotheker, KNMP Geneesmiddel Informatie Centrum

Welk van de volgende vaccins wordt afgeraden om tijdens de zwangerschap te geven?

  1. BMR-vaccin
  2. COVID-19-vaccin
  3. DKT-vaccin
  4. influenzavaccin

Toelichting

Het juiste antwoord is: bMR-vaccin

Het bof/mazelen/rubella (BMR)-vaccin is een levend virusvaccin. Vaccins met levende (verzwakte) micro-organismen kunnen de placenta passeren. In theorie kan dit infectie van het ongeboren kind veroorzaken. Gebruik tijdens de zwangerschap wordt daarom ontraden. Tot vier weken na de BMR-vaccinatie worden voor vrouwen in de vruchtbare leeftijd contraceptieve maatregelen geadviseerd.

Bij vrouwen met een kinderwens die niet of onvoldoende zijn beschermd tegen rubella (rodehond) wordt ter preventie van congenitaal rubellasyndroom (CRS) BMR-vaccinatie aanbevolen. Dit betreft vooral allochtone vrouwen en vrouwen die om principiële redenen niet zijn gevaccineerd als kind. Tot vier weken na de vaccinatie dient zwangerschap te worden voorkomen.

Sinds eind 2019 is maternale kinkhoestvaccinatie in het rijksvaccinatieprogramma (RVP) opgenomen voor zwangere vrouwen middels DKT (difterie/kinkhoest/tetanus)-vaccinatie vanaf week 22 van de zwangerschap. Vanaf najaar 2023 zal maternale influenzavaccinatie in het RVP worden opgenomen voor vrouwen die tussen 1 oktober en 31 december 22 weken of langer zwanger zijn.

De COVID-19-mRNA-vaccins kunnen tijdens de zwangerschap worden gebruikt. Vaccinatie wordt voor zwangere vrouwen geadviseerd omdat zwangerschap is geassocieerd met een verhoogd risico op een ernstiger beloop van COVID-19, en een SARS-CoV-2-infectie kan leiden tot complicaties bij het ongeboren kind, zoals een laag geboortegewicht, vroeggeboorte of doodgeboorte.

Bron: Informatorium Medicamentorum, Vaccins, KNMP Kennisbank december 2022

Document acties

Back to top