Herexamen
Herexamen 2014 PW 3
Welke van de onderstaande antiarrhythmica is het meest geschikt voor herstel van het sinusritme bij een patiënt die lijdt aan atrium-fibrilleren en aan ernstig hartfalen? a. sotalol; b. amiodaron; c. digoxine; d. metoprolol.
Herexamen 2014 PW 1/2
Het serotoninesyndroom berust vooral op overmatige prikkeling van 5-HT2A-receptoren. Bij een overdosering van welk van de onderstaande geneesmiddelen is dit syndroom het minst waarschijnlijk? a. clomipramine; b. mirtazapine; c. escitalopram; d. venlafaxine.