‘Apothekers hebben geen idee hoe drankjes smaken’

“Het commerciële aanbod van deze middelen is marginaal. In de wetgeving is veel verbeterd, maar de beschikbaarheid laat helaas nog te wensen over.”

Hanff stelt dat een groot deel van de toedieningsvormen voor kinderen inmiddels is gestandaardiseerd, door het LNA en de ziekenhuisapothekers van kinderziekenhuizen.

“Maar voor de lange termijn is het nog niet goed geregeld. De vaart is er behoorlijk uit voor wat betreft de standaardisering; dat komt doordat het geld op is. Een groot deel van de geneesmiddelen voor kinderen maken de ziekenhuizen nog altijd op hun eigen wijze. Met als gevolg allemaal verschillende drankjes of capsules.”

Sinds het Kinderformularium hebben apothekers meer kennis van toedieningsvormen voor kinderen. Ze weten uit welke middelen ze een keuze kunnen maken. Toch benadrukt Hanff dat openbare apothekers en ziekenhuisapothekers alerter moeten zijn op de aanwezigheid van hulpstoffen in commerciële producten die eigenlijk niet geschikt zijn voor kinderen. “Een kind van vijf maanden wil je geen geneesmiddel met alcohol toedienden!”

Daar komt volgens Hanff bij dat apothekers vaak geen idee hebben hoe drankjes smaken. Toch is het heel belangrijk dat apothekers zich realiseren dat het niet meevalt voor ouders om hun kind te motiveren een vies drankje in te nemen, een jaar lang 5 tot 10 ml per dag. Wij testen wel op smaak, maar dat is niet gestandaardiseerd.”