Apotheker benut kennis van product en patiënt
Toedienen van geneesmiddelen
Sommige toedieningsvormen vereisen extra uitleg zodat de patiënt het geneesmiddel goed kan toedienen. Voorbeelden waarbij het effect van het geneesmiddel afhankelijk is van de handigheid van de patiënt zijn oogdruppels en inhalatiepoeders of -vloeistoffen. Andere farmaceutische vormen die extra aandacht vereisen zijn zetpillen en klysma’s. Ook kan het innemen van een tablet of capsule weerstand oproepen, wat negatief is voor de therapietrouw. Om de patiënt te ondersteunen, zijn voor elk van de genoemde farmaceutische vormen instructievideo’s te vinden op www.apotheek.nl. Ook is er een instructievideo voor inhalatiepoeders of -vloeistoffen in ontwikkeling.
Gebruiksinstructies
Soms zijn productspecifieke aanwijzingen nodig. Denk aan het klaarmaken van pennen voor thuisinjectie of het breken van tabletten bij slikklachten of het halveren van de dosis. De belangrijkste bron van informatie voor de patiënt is de bijsluiter [1]. Hierin geeft de fabrikant aan hoe de patiënt het geneesmiddel moet klaarmaken en of andere handelingen aan het geneesmiddel mogelijk zijn. Soms biedt de website van de fabrikant extra gebruiksinstructies in de vorm van plaatjes of instructievideo’s.
Apotheekinformatie
Niet altijd kan de patiënt alle handelingen zelf uitvoeren. De apotheek maakt geregeld geneesmiddelen voor toediening gereed. Bekende voorbeelden zijn antibioticumdranken en medicatiecassettes. Voor productspecifieke aanwijzingen kan de apotheek terecht bij de productinformatie, de SPC [1]. Soms vereisen specifieke behoeftes van de patiënt dat het product hierop wordt afgestemd, zoals het fijnmaken van een tablet om capsules te maken of het combineren van vernevelvloeistoffen. Deze handelingen staan vaak niet in de SPC. De apotheker beoordeelt hoe hij het geneesmiddel kan gereedmaken en gebruikt hiervoor productkennis. Deze kennis is terug te vinden in Recepteerkunde [2], zie onder andere hoofdstuk 3: Gebruiksadviezen, of hoofdstuk 26: Oraal vast. In de hoofdstukken per toedieningsvorm is, indien relevant, een paragraaf over toediening opgenomen. Daarnaast heeft de KNMP voor de parenterale en orale/enterale toedieningsroute naslagwerken ontwikkeld, waarbij per product de (on)mogelijkheden staan aangegeven [3,4]. Lees meer over Oralia VTGM op pagina 27.
Toedienen en gereedmaken
De apotheker zorgt ervoor dat het toedienen en voor toediening gereedmaken op de juiste manier gebeurt. Hiervoor gebruikt hij zijn kennis van het product én zijn kennis over de behoeftes van de patiënt, gebaseerd op de specifieke wensen en vaardigheden van de patiënt of van zijn verzorger.
Literatuur
1 www.cbg-meb.nl/CBG/nl/humane-geneesmiddelen/geneesmiddeleninformatiebank/default.htm
2 Recepteerkunde. Productzorg en bereiding van geneesmiddelen
3 www.knmp.nl/parenteralia-vtgm
4 www.knmp.nl/oralia-vtgm